Mask H 10
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de betekenis van het begrip 'stemplicht'?
A
Alle kiezers zijn tijdens verkiezingen verplicht hun stem uit te brengen .
B
Burgers mogen niet stemmen.
C
Burgers mogen stemmen als ze dat willen.
D
Burgers mogen alleen op zondag stemmen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat houdt 'deregulering' in?
A
Het verhogen van belastingen.
B
Het uitbreiden van sociale voorzieningen.
C
Het verhogen van bureaucratie.
D
Het verminderen van regelingen, wetten en bemoeienissen.
Slide 10 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met 'compromissen' in de politiek?
A
Het vasthouden aan eigen standpunten.
B
Het uitroepen van een noodtoestand.
C
Afspraken waarbij alle partijeneen beetje toegeven.
D
Het negeren van andere partijen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een 'zwevende kiezer'?
A
Een kiezer die zweeft boven de politieke discussies.
B
Een kiezer die altijd op dezelfde partij stemt.
C
Een kiezer die niet weet wat hij/zij wil.
D
Mensen die tot kort voor gaan stemmen niet weten partij hun stem krijgt.
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent 'versplinterd'?
A
Kandidaten die door een nationale commissie zijn geselecteerd.
B
Kandidaten die uit elkaar gaan.
C
Partijen die alleen in de hoofdstad verkiesbaar zijn.
D
Veel partijen met elk, maar weinig zetels.
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn de knelpunten in het politieke besluitvormingsproces?
A
Verkleinen kloof en stemplicht
B
Kiesdrempel
C
Compromissen sluiten, kloof tussen kiezers en politici en de waan
D
Het referendum en Verkleinen kloof
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn de oplossingen om de politiek te verbeteren?
A
Geen vaste achterban, Bureaucratie
B
Compromissen sluiten
C
Vergroten kloof, minderheidsstelsel
D
Verkleinen kloof, meerderheidsstelsel, kiesdrempel
