3.4 Dieren

3.4 Dieren
Thema 3 Ordening
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 Dieren
Thema 3 Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe worden wieren ook wel genoemd?
A
Algen
B
Mossen
C
Schimmels
D
Zeeplanten

Slide 3 - Quizvraag

Hoe planten sporenplanten zich voort?
A
Door sporen
B
Door bloemen
C
Door vruchten
D
Door zaden

Slide 4 - Quizvraag

Waar ontstaan de zaden van bedektzadige planten?
A
In vruchten
B
Tussen schubben
C
In kegels
D
In sporendoosjes

Slide 5 - Quizvraag

Waar ontstaan de sporen van mossen?
A
In kegels
B
In sporendoosjes
C
In zaden
D
In bloemen

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen 3.3
  • Sporenplant
  • Zaadplant

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 3.4
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet.
  • Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Skelet
Veel dieren hebben stevige delen in of om hun lichaam: het Skelet. Een skelet geeft stevigheid en bescherming.
  • Sommige dieren hebben een skelet aan de buitenkant van het lichaam, dit is een uitwendig skelet.
  • Bij sommigen zit het skelet aan de binnenkant. Dit is een inwendig skelet.
  • En sommige dieren hebben helemaal geen skelet.

Slide 10 - Tekstslide

Wat geeft een skelet aan een dier?
A
Snelheid en wendbaarheid
B
Stevigheid en bescherming
C
Voeding en energie
D
Kleur en camouflage

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een inwendig skelet?
A
Een skelet dat alleen uit zachte delen bestaat.
B
Een skelet dat helemaal geen bescherming biedt.
C
Een skelet aan de binnenkant van het lichaam.
D
Een skelet aan de buitenkant van het lichaam.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Zeven groepen
Het dierenrijk ordenen we in 7 groepen:
  • Sponsdieren
  • Neteldieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Geleedpotigen
  • Stekelhuidigen
  • Gewervelden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen 3.4
  • Inwendig skelet
  • Uitwendig skelet

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet.
  • Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 3.4: 1 t/m 5
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 3.4
Veel goed? -> Maken 6+ online extra  3.4

 

timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide