Formuleren par 2: Variatie in zinsopbouw V2A

Formuleren - Par. 3
Par. 2 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen/verwijswoorden).
Par. 3: variatie in zinsopbouw.

Je leert vandaag variëren  in zinsopbouw om een tekst aantrekkelijker te maken.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formuleren - Par. 3
Par. 2 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen/verwijswoorden).
Par. 3: variatie in zinsopbouw.

Je leert vandaag variëren  in zinsopbouw om een tekst aantrekkelijker te maken.

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Formuleren - variatie in zinsopbouw & woordgebruik
  • Zelf aan de slag! 
  • Evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?
- Variatie in woordgebruik?
timer
0:50

Slide 3 - Open vraag

Wat is een synoniem?

Slide 4 - Woordweb

Lesdoel
Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordkeuze en zinsopbouw.

Slide 5 - Tekstslide

Variatie in woordkeus

  • Een tekst wordt snel saai, als je vaak dezelfde woorden gebruikt.
  • Je moet daarom woordkeus variëren.


  • Bijvoorbeeld:
  • - baas, hoofd, directeur, chef, leider
  • - verhaal, sprookje, mythe, vertelling
  • - lekker, smakelijk, heerlijk, verrukkelijk

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00
Synoniemen voor
wedstrijd

Slide 7 - Woordweb

timer
1:00
Synoniemen voor
leraar

Slide 8 - Woordweb

timer
0:40
Synoniemen voor
vriend

Slide 9 - Woordweb

Varieer in zinsopbouw met O, P en A
  • O = onderwerp
  • P = persoonsvorm
  • A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)
De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.
Schrijf dit op! (PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp)
Zou je willen zitten? (POA, altijd een vraagzin!)
Ik wil graag dat je gaat zitten. (OPA)
Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. (APO)

Slide 10 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
Zo varieer je in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 11 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
APO: Mijn huiswerk maak ik.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 12 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
OP: Ik eet
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
onderwerp

Slide 13 - Tekstslide

Je stapt regelrecht in de wereld van de schippers van de Kameleon.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 14 - Quizvraag

Herschrijf de zin APO.
Mijn hondje gaat vanmiddag naar puppycursus.

Slide 15 - Open vraag

Herschrijf de zin POA.
Vanmiddag gaat mijn moeder boodschappen doen.

Slide 16 - Open vraag

Ik weet hoe ik OPA, APO, PA en POA, kan gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Maken opdrachten paragraaf 3.

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
Formuleren, par. 3 variatie in zinsopbouw
maken opdracht 1 t/m 5 blz. 238-239
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide