Lees een stukje terug of juist verder. Soms wordt het woord uitgelegd.
Kijk of je een stukje van het woord wél kent.
Kijk naar de plaatjes die bij de tekst staan.
Vraag de betekenis aan iemand, of zoek de betekenis op in het woordenboek.
Slide 25 - Tekstslide
learningapps.org
Slide 26 - Link
learningapps.org
Slide 27 - Link
oefenen:
www.jufspooren.yurls.net
Slide 28 - Tekstslide
opdracht 41 vraag 3
de proef =
een onderzoek dat aantoont of iets of iemand geschikt is. Voorbeeldzin: Bij lichamelijke opvoeding heeft de klas een proef gedaan met hoogspringen.
de informatie =
alle gegevens die je kennis vergroten. Voorbeeldzin: Alle informatie voor je werkstuk kun je in de bibliotheek vinden.
het herexamen =
nieuw examen als je het vorige niet gehaald hebt. Voorbeeldzin: Mara bereidde zich goed voor op het herexamen, omdat zij het deze keer zeker wilde halen.