de Nederlandse Samenleving [2 lessen] [LEVO2]

De Nederlandse Samenleving- Introductie
'De Nederlandse Cultuur' en de Multiculturele Samenleving
Lessenserie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Nederlandse Samenleving- Introductie
'De Nederlandse Cultuur' en de Multiculturele Samenleving
Lessenserie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessenserie Nederlandse Samenleving
De 2 lessen in deze LessonUp zijn het begin van een lessenserie over de Nederlandse Samenleving.
Les 1. 
Deze les gaat over 'de Nederlandse cultuur'. Er wordt gekeken naar de Nederlandse Cultuur en of deze echt bestaat. Daarnaast gaan leerlingen onderling aan elkaar hun cultuur omschrijven, zo raken de leerlingen bekender met zowel hun eigen cultuur als andere culturen. Ze zullen ontdekken dat NL niet één cultuur omvat, maar meerdere.
Les 2.
Deze les gaat over de multiculturele samenleving. Leerlingen gaan kennis maken met de multiculturele samenleving, hoe deze in Nederland zijn gekomen en Immigratie. Leerlingen raken door deze les bekender met hun eigen cultuur en die van mensen om hen heen, waardoor ze de wereld beter leren begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Samenleving - Les 1
'De Nederlandse Cultuur'
Lessenserie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Voorkennis
- Cultuur
- Dominante cultuur
- Subculturen
- Filmpje
- Opdracht







'De Nederlandse Cultuur'
Les 1
Leerdoelen:
1. Aan het einde van de les kan je uitleggen wat cultuur is.
2. ''...'' kan je de 3 factoren benoemen die subculturen bepalen.
3. ''...'' kan je uitleggen of 'de Nederlandse cultuur' bestaat, ja of nee, en beargumenteren waarom.
4. ''...'' kan je je eigen cultuur omschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan
bij 'Nederland'?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
= gedrag
= 'wij'

  • Wat een groep personen gezamenlijk doet en deelt
  • Dezelfde waarden, normen en tradities

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
  • De grootste cultuurgroep in een land.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past het bij de Nederlandse dominante cultuur?
Elfstedentocht schaatsen
Oliebollen eten
Roken
Haast hebben
Gay pride
Beschuit met muisjes
Dominante cultuur
Niet dominante cultuur

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Waarom voel jij je wel/geen Nederlander?
Noem daarbij een kenmerk van de Nederlandse cultuur.
Waarom voel jij je wel/geen Nederlander? Noem daarbij een kenmerk van de Nederlandse cultuur.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Nederlands spreken in het openbaar behoort
tot de dominante cultuur van Nederland.
Nederlands spreken in het openbaar behoort tot de dominante cultuur van Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Dit is een norm


Gamen is onderdeel van de dominante cultuur van Nederland.
Gamen is onderdeel van de dominante cultuur van Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Dit is niet waar. Gamen is namelijk onderdeel van een subcultuur
Ook zijn er subculturen
  • Groepen die op sommige punten anders zijn dan de dominante cultuur
  • Naast gedeelde waarden en normen, ook eigen waarden en normen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Waarom voel jij je wel/geen Nederlander?
Noem daarbij een kenmerk van de Nederlandse cultuur.
Kan je een subcultuur bedenken waar jij deel van uitmaakt?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gothics
Motorrijders Hells Angels
Moslims
Christenen
Joden
Subculturen in Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woonplaats
  • Dorp/stad
  • Sociale contacten
  • Dialect
Oorsprong van subculturen
Herkomst
  • Taal
  • Rol familie
Religie
  • Kerk/ moskee/ synagoge
  • Feesten

Slide 15 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.
Migratieachtergrond heeft dus invloed op subculturen
  • In Nederland wonen, maar niet in Nederland geboren óf ouder(s) uit het buitenland

Slide 16 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.


Elke zondag ga ik naar de kerk bij ons in het dorp.
Hier kom ik bijna alle buurtbewoners tegen waar ik dan even een praatje mee maak.
''Elke zondag ga ik naar de kerk bij ons in het dorp. Hier kom ik bijna alle buurtbewoners tegen waar ik dan even een praatje mee maak.''
A
Woonplaats
B
Herkomst
C
Religie

Slide 17 - Quizvraag

Zie uitleg onder dia 16

Twee keer in het jaar gaan wij met het gezin op
vakantie in Turkije om familie te bezoeken.
''Twee keer in het jaar gaan wij met het gezin op vakantie in Turkije om familie te bezoeken.''
A
Woonplaats
B
Herkomst
C
Religie

Slide 18 - Quizvraag

Zie uitleg onder dia 16

Ondanks dat de winkels in onze woonplaats open zijn,
ga ik op zondag niet shoppen omdat ik vind dat
dat een rustdag moet zijn voor iedereen.
''Ondanks dat de winkels in onze woonplaats open zijn, ga ik op zondag niet shoppen omdat ik vind dat dat een rustdag moet zijn voor iedereen.''
A
Woonplaats
B
Herkomst
C
Religie

Slide 19 - Quizvraag

Zie uitleg onder dia 16

Slide 20 - Video

Debat: Leg in 25 woorden uit wat Maxima bedoelt met 'De echte Nederlander...'

In deze bekende toespraak van Maxima vertelt ze wat zij ziet van de Nederlandse cultuur.



Ondanks dat de winkels in onze woonplaats open zijn,
ga ik op zondag niet shoppen omdat ik vind dat
dat een rustdag moet zijn voor iedereen.
Wat denken jullie? Bestaat 'de Nederlandse cultuur' wel of niet?
A
Het bestaat wel
B
Het bestaat niet

Slide 21 - Quizvraag

Zie uitleg onder dia 16
Opdracht
  • Noteer 10 dingen waarvan jij vindt dat het hoort bij de Nederlandse cultuur.
  • Noteer of jij vindt dat er wel of niet gesproken kan worden van 'de Nederlandse cultuur' en beargumenteer dit.      (300 woorden)
  • Omschrijf je eigen cultuur en subcultuur. Maak hierbij gebruik van de 3 factoren (woonplaats, herkomst en religie).    (300 woorden)

Slide 22 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.
Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag na de les?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Samenleving - Les 2
Multiculturele Samenleving
Lessenserie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Vorige les
- Multiculturele samenleving
- Geschiedenis
- Video + vragen
- Klassikaal gesprek
- Video + vragen
- Opdracht







Multiculturele Samenleving
Les 2
Leerdoelen:
1. Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom het lastig is om te spreken over ‘de Nederlandse cultuur’ als geheel.
2. ''...'' kan je uitleggen wat een multiculturele samenleving is. 
3. ''...'' kan je drie manieren beschrijven waarop andere culturen in NL zijn gekomen.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • Wat is cultuur?
  • Wat is dominante cultuur?
  • Wat is een voorbeeld van een subcultuur?
  • Wat hoort bij 'de Nederlandse cultuur'?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou multicultureel
kunnen betekenen?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
  • Een samenleving met inwoners van diverse culturen
  • Verschillende culturen en bijbehorende gewoontes worden gezien als gelijk aan elkaar 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke culturen kom jij wel
eens tegen in Nederland?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn andere culturen in NL gekomen?
1. Onafhankelijkheid van Indonesië en Suriname
  • 1949 Indonesië onafhankelijk, Nederlanders die daar werkten en woonden terug naar NL.
  • Veel Indonesiërs trekken naar NL in jaren '60.
  • Surinamers kwamen naar NL na dekolonisatie.

2. Gastarbeiders
  • Economie in jaren '60 groeit enorm, daardoor veel vraag naar arbeiders.
  • Mensen uit Spanje, Portugal, Griekenland, Turkije en Marokko moeten tekort aanvullen.
  • Bedoeling was tijdelijk, maar meesten lieten gezin overkomen en werden Nederlands.

3. Vluchtelingen
  • Nederland, net als veel andere EU-landen, verleent asiel aan vluchtelingen.

Alles bij elkaar zorgt voor een grote mengpot van culturen.


1.1
1.2
2.
3.
4.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij de video
- Waarom komen mensen naar Nederland?
  • Om een betere toekomst op te bouwen
- Wanneer mogen vluchtelingen in Nederland blijven?
  • Als ze kunnen aantonen dat het niet veilig is om terug te gaan
- Wat zijn immigranten?
  • Mensen die uit andere landen hierheen zijn gekomen en zijn blijven wonen
- Wie mogen tegenwoordig in NL werken?
  • Mensen uit EU-landen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij de video
- Waarom komen mensen naar Nederland?
  • Om een betere toekomst op te bouwen
- Wanneer mogen vluchtelingen in Nederland blijven?
  • Als ze kunnen aantonen dat het niet veilig is om terug te gaan
- Wat zijn immigranten?
  • Mensen die uit andere landen hierheen zijn gekomen en zijn blijven wonen
- Wie mogen tegenwoordig in NL werken?
  • Mensen uit EU-landen
Wat vind je van wat je tot nu toe hebt gehoord?
- Meerdere culturen in NL
- Asielzoekers/vluchtelingen
- Arbeidsmigranten
klassikaal gesprek

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de volgende vragen en geef antwoord
  1. Zoek de betekenis op van de begrippen 'discriminatie' en 'tolerantie'.
  2. Zie je verschillen in hoe Nederlanders toen (de video) en nu omgaan met mensen van andere culturen?
  3. Vind je dat de video nog steeds past bij vandaag de dag?
  4. Nederland staat bekend om zijn tolerantie tegenover andere culturen. Geef hiervan twee voorbeelden.
  5. Toch is er sprake van discriminatie en intolerantie in Nederland. Geef hiervan twee voorbeelden.
  6. Hoe vind jij dat we om moeten gaan met andere culturen?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je een van de drie stukjes (zie rechts) schrijft waarin je laat zien hoe mensen uit een bepaalde cultuur leven. Dit mag je doen hoe je zelf wilt, dit kan als een stuk uit een dagboek, of uit een krant, alsof de persoon het zelf vertelt, enzovoort.

Elk stukje moet rond de 200 (max. 300) woorden zijn.
Zorg dat in de teksten duidelijk wordt waar de persoon vandaan komt en waarom hij/zij in Nederland woont.
1e: iemand die in Nederland is gekomen vanuit Indonesië of Suriname.

2e: een arbeidsmigrant die in Nederland is komen werken (of een kind van een arbeidsmigrant).

3e: iemand die is gevlucht naar Nederland uit zijn/haar land.

Slide 38 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.
Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag na de les?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies