Woche 3

H2 Duits, Woche 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H2 Duits, Woche 3

Slide 1 - Tekstslide

T02
- Woordjes: 
Kapitel 4: alle woordjes, beide kanten op (NL-DU en DU-NL). Zie blz. 140-141.

- Grammatica: 
Kapitel 3: Grammatik C en E (blz. 110) 
Kapitel 4: Grammatik C en E (blz. 143-144)

- Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Beginopdracht
Schrijf de goede antwoorden
in je schrift:
 
1. Ich habe eine neue Hose für dich (jou) gekauft.
2. Ohne ihn (hem) fahren wir nicht in die Schule! 
3. Sie (zij mv) spielen gerne Fußball gegen euch (jullie).
4. Der Schüler läuft um sie (haar).
.

Slide 4 - Tekstslide

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Toets-voorbereiding
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Grammatik E
Hausaufgaben

Slide 5 - Tekstslide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Toetsvoorbereiding
Freitag (80 Min.)

TOETS 
T02
Montag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Hausaufgaben

Slide 6 - Tekstslide

Wörterliste B
blz. 38

Slide 7 - Tekstslide

Lesen
Aufgabe 4: Vul de vertalingen van de Nederlandse woorden in en beantwoord de vragen bij B op blz. 15. 

Aufgabe 5: Haal woorden uit de slang die iets met school te maken hebben en schrijf ze op (evt. met lidwoord).

Klaar? = woordjes van woordenlijst B leren (blz. 38)

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik E
Wanneer gebruik je de 4e naamval? 

1. Bij voorzetsels uit het rijtje DOFEGUB (herhaling Grammatik C)
2. Lijdend voorwerp (functie van het zinsdeel) 

Wanneer weet je of iets onderwerp of lijdend voorwerp is? 
Ow = Wie/wat + pv? -------- Lv = wie/wat + pv + ow? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

1e naamval
4e naamval
ich
mich
du
dich
er
ihn
sie
sie
es
es
wir
uns
ihr
euch
sie
sie
Sie
Sie

Slide 11 - Tekstslide

An die Arbeit
Aufgabe 15 (blz. 22): 

Omcirkel de woorden in de eerste naamval. 
Onderstreep de woorden in de vierde naamval. 

Gebruik de theorie uit het blauwe kader als je er niet uit komt. 

Slide 12 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:
H2c: meenemen werkboek A (toetsvoorbereiding)
H2d: Aufgabe 15 (blz. 22) 

- Leren: 
Woordjes B, tweede helft, "die Stunde" t/m "Viertel vor" (blz. 38)

Slide 13 - Tekstslide

Beginopdracht


Lees de tekst op blz. 20. 
Heb je die al gelezen, dan lees die je op blz. 21. 

3 minuten in stilte. 

Slide 14 - Tekstslide

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: Aufgabe 14
Leren voor de toets (Quizlet)
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Toets-voorbereiding
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Grammatik E
Hausaufgaben

Slide 15 - Tekstslide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Toetsvoorbereiding:
herhaling grammatica/
woordjes leren
Freitag (80 Min.)

TOETS 
T02
Montag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Hausaufgaben

Slide 16 - Tekstslide

Lesen:
Aufgabe 14 (blz. 20): 
- Schrijf op wat de 3 groepen hebben moeten doen. 
- Welke groep heeft de toets het best gemaakt? 
- Leg uit (= erkläre) waarom deze groep het beste was. 

Aufgabe 15 (blz. 21): 
Fächer = vakken, Musikstil = muziekstijl, Sänger/Lieder = zangers/liedjes

Slide 17 - Tekstslide

Hausaufgaben für Freitag
H2c: 
Leren voor T02 (morgen is de toets)

H2d:
- Meenemen werkboek A (toetsvoorbereiding)


Slide 18 - Tekstslide

Beginopdracht


Leer 5 minuten de woordjes van Kapitel 3 in stilte. 

Slide 19 - Tekstslide

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: Aufgabe 14
Leren voor de toets (Quizlet)
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Toets-voorbereiding: Herhaling grammatica/
woordjes leren
Montag (80 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Grammatik E
Hausaufgaben

Slide 20 - Tekstslide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Toetsvoorbereiding:
herhaling grammatica/
woordjes leren
Freitag (80 Min.)

TOETS 
T02
Montag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Lesen: Aufgabe 4 + 5
Hausaufgaben

Slide 21 - Tekstslide

Herhaling Grammatica
Kapitel 3, Grammatik C: 

Werkwoorden met een stam op -s, -ss, -z of -ß.

Wat verandert er aan ESTTENTEN? 

Slide 22 - Tekstslide

Herhaling Grammatica
Kapitel 3, Grammatik E: 

ein/eine en kein/keine.




mnl.
vrl.
onz.
mv.
een
geen

Slide 23 - Tekstslide

Herhaling Grammatica
Kapitel 4, Grammatik C: 

De bezittelijke voornaamwoorden.

Deze krijgen dezelfde uitgang als...?




mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun/Uw

Slide 24 - Tekstslide

Herhaling Grammatica
Kapitel 4, Grammatik E: 

Werkwoorden met een stam op -d of -t.

Wat verandert er aan ESTTENTEN? 

Slide 25 - Tekstslide

Hausaufgaben für Montag
H2d: 
Leren voor T02 (maandag is de toets) 

H2c:
- Maken: Aufgabe 14 (blz. 20-21) 
- Leren: Woordjes B, tweede helft, "die Stunde" t/m "Viertel vor" (blz. 38)


Slide 26 - Tekstslide