In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
7.7 Gewicht
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
79. Welke afkorting hoort bij deze eenheden van gewicht? a) kilogram
A
kg
B
g
C
mg
D
ton
Slide 3 - Quizvraag
79. Welke afkorting hoort bij deze eenheden van gewicht? a) gram
A
kg
B
g
C
mg
D
ton
Slide 4 - Quizvraag
79. Welke afkorting hoort bij deze eenheden van gewicht? a) milligram
A
kg
B
g
C
mg
D
ton
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel kilogram is een ton?
A
1 000
B
1
C
1 000 000
D
1 000 000 000
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel gram is 1 kilo?
A
1 000
B
1
C
1 000 000
D
0,001
Slide 8 - Quizvraag
Diaan heeft 3 kg vlierbessenjam gemaakt. Die doet zij in potjes van 500g. Hoeveel potjes heeft Diaan nodig?
Slide 9 - Open vraag
Een olifant eet wel 100kg voedsel per dag. Hoeveel ton is dat per jaar? Rond niet af!
Slide 10 - Open vraag
Maggie heeft een vliegreis geboekt. Aan handbagage mag ze 5 kg meeneemen. Zelf weegt ze 57,8 kg. Als zij met tas op de weegschaal staat er 62,4 kg. Is haar handbagage te zwaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Maggie heeft een vliegreis geboekt. Aan handbagage mag ze 5 kg meeneemen. Zelf weegt ze 57,8 kg. Als zij met tas op de weegschaal staat er 62,4 kg. Hoeveel kg handbagage mag er nog bij?