Geldzaken H3 vaste lasten

 Geldzaken
H3 : vaste lasten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Geldzaken
H3 : vaste lasten

Slide 1 - Tekstslide

 doelen
  • Je kunt uitleggen wat vaste woonlasten zijn.

Slide 2 - Tekstslide

waar denk je aan
bij vaste woonlasten

Slide 3 - Woordweb

Vaste woonlasten

= als je ergens woont heb je vaste woonlasten. zoals:
- huur
- energierekening
- gemeentebelasting


Slide 4 - Tekstslide

Vaste woonlasten

Zijn kosten die je per maand of per jaar betaalt

Slide 5 - Tekstslide

Huur
Elke maand betaal je huur voor je woning. Je betaalt de huur aan de verhuurder.

Automatische incasso: 
Automatisch wordt het bedrag afgeschreven. Je geeft de bank de opdracht om op een bepaalde datum geld over te maken naar een andere rekening.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opdracht 1 t/m 4 op blz 33.

Klaar?
  • Laat het zien aan de docent.

timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Noem voorbeelden van vaste woonlasten?

Slide 8 - Woordweb

Terugblik
  • Waar hebben wij het vorige les over gehad?



Slide 9 - Tekstslide

 Doelen
  • Je kunt rekeningen herkennen die bij vaste woonlasten horen.


Slide 10 - Tekstslide

Wat is een energierekening?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Energierekening
In een huis verbruik je energie: gas en elektriciteit.
Voor het gebruik van energie betaal je de energierekening.

Termijnbedrag --> wat je elke maand betaald aan het energiebedrijf. 
Het termijnbedrag is elke maand hetzelfde

Slide 13 - Tekstslide

Je krijgt 1 keer per jaar een jaarafrekening. Dit is de afrekening voor je energieverbruik van het afgelopen jaar.


Slide 14 - Tekstslide

Wat staat er op een jaarafrekening?

Hoeveel energie je in dat jaar hebt verbruikt.

Te veel betaald?
Dan krijg je geld terug

Te weinig betaald?
Dan moet je bijbetalen 

Slide 15 - Tekstslide

Termijnbedrag is...
A
Het bedrag dat je elk jaar betaald
B
Het bedrag dat je om de twee maanden betaald
C
Het bedrag dat je per maand betaald

Slide 16 - Quizvraag

 Doelen
  • Je kunt rekeningen herkennen die bij vaste woonlasten horen.


Slide 17 - Tekstslide