B3 - Geldzaken H1 Inkomen (oud)

 Geldzaken
H1 : inkomen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Geldzaken
H1 : inkomen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar denk je aan
bij het thema
"geldzaken"?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 doelen
Ik leg uit wat een inkomen is.

Ik benoem
verschillende inkomsten.

Ik benoem het verschil tussen brutoloon en nettoloon.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 inkomen
= het geld
dat je verdient of krijgt.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








 
= geld dat binnenkomt








= geld dat je uitgeeft

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inkomsten
uitgaven
loon ontvangen
uitkering
salaris
cadeau kopen
zakgeld inleveren
kleedgeld
stagevergoeding

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

stagevergoeding
loon of salaris
uitkering

Er zijn verschillende soorten inkomen:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stage-vergoeding:
vergoeding = beloning  / betaling


Het bedrag dat je krijgt voor iets dat je gedaan hebt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitkering:
= geld dat je krijgt van de overheid.

  • mensen die werkloos raken
  • mensen die arbeidsongeschikt raken
  • mensen die ziek worden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

loon:

Als je werkt, verdien je loon.

Dit noem je ook wel: salaris.





Slide 10 - Tekstslide

Waarom?
Bijv. werkeloos, arbeidsongeschikt, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Het loon dat je verdient is een brutoloon.
  • Er gaat geld af voor belasting en sociale verzekeringen.
  • Wat je dan overhoudt, is je nettoloon.
  • Dit is het bedrag dat je op je bankrekening krijgt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

brutoloon
= totale bedrag van je loon



= er gaat geld af 
voor de overheid.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom?
Bijv. werkeloos, arbeidsongeschikt, etc.
nettoloon
= het bedrag dat je overhoudt.






= het bedrag dat je op
je bankrekening krijgt.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom?
Bijv. werkeloos, arbeidsongeschikt, etc.
loonheffing
- ontvangt de overheid
 

voor o.a.
- scholen
- wegen
- politie, etc.
(via de werkgever)

Slide 15 - Tekstslide

Waarom?
Bijv. werkeloos, arbeidsongeschikt, etc.
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 13 uit hoofdstuk 1 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brutoloon Nettoloon

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

pensioenpremie
  • Een pensioen is een spaarpotje voor later.
  • Je hebt dan extra inkomsten als je later niet meer werkt.
  • De Pensioenspremie gaat af van je brutoloon.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociale premies
- ontvangt de overheid
 

en betaalt hiermee uitkeringen
(via de werkgever)
o.a.:
- Wajong
- WOA
- WIA

Slide 19 - Tekstslide

Waarom?
Bijv. werkeloos, arbeidsongeschikt, etc.
Loonstrook

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WW-uitkeringen
Sommige mensen hebben geen werk, omdat ze geen baan kunnen krijgen.

Zij krijgen een maandelijkse uitkering. Dit is 70% van je laatstverdiende loon.

Heb je zelf ontslag genomen? dan geen WW-uitkering

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • 1 t/m 13 verder afmaken 

Klaar?
  • Maken:
    opdracht 14 t/m 20

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wajong staat voor:
W               wet op de
A                 arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jong          jonggehandicapten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Wajong is bedoelt voor:
A
jonggehandicapten
B
ouderen
C
ouderen zonder pensioenopbouw
D
jongvolwassenen met een uitkering

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WIA-uitkering
Je kunt ziek worden. Zo ziek dat je niet meer kunt werken. Je krijgt dan 70% van je laatstverdiende loon. Dit kan maar maximaal 2 jaar. 

Ben je na die twee jaar nog steeds ziek om te werken? Dan krijg je een WIA-uitkering.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W                                           Wet werk
i                                             inkomen
A               naar arbeidsvermogen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies