In het Engels gebruik je It of They als vervanging van het zelfst.nw : house, dog, cat, pencil).
- It gebruik je wanneer het zelfst.nw enkelvoud is:
The cat lies on the chair. It is really sweet. - They gebruik je bij meervoudige dingen.
Look at the flowers. They smell really sweet. - Let op een aantal woorden zijn altijd in het meervoud