Je weet wat sociale en recreatieve activiteiten zijn
Je hebt basiskennis van gesprekstechnieken en begeleidingswijze
Je hebt basiskennis van groepsprocessen
Je kunt een groepsactiviteit voorbereiden
Je kunt assisteren tijdens een groepsactiviteit
Je kunt het groepsklimaat positief beïnvloeden
Je kunt een groepsactiviteit afronden
Slide 6 - Tekstslide
Begeleiden van groepen
- Wat is een begeleidingsstijl?
Slide 7 - Tekstslide
Begeleiden van groepen
- Welke rol heb jij?
Maak tweetallen. Ga samen kijken naar welke rollen er zijn. Beschrijf dat op papier. Daarna ga je kijken welke rol heb jij?
Maak een beschrijving voor in je verslag
Slide 8 - Tekstslide
Observeren
Wat is observeren? Wanneer observeer jij?
Op stage je ga je deze week een collega observeren tijdens een sociale of recreatieve activiteit. Op welke manier gaat je collega om met de doelgroep? Maak daar een beschrijving van. Wat valt je op? Wat heb je er van geleerd?
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
- Voeg de opdracht van de begeleidingsstijl toe aan je verslag.
- Rollentest
- Aan de slag in je werkboek t/m 70
Huiswerk:
- Opdracht observeren
Slide 10 - Tekstslide
Facilitair Medewerker
Slide 11 - Tekstslide
Logistieke werkzaamheden
- Wat is balansen?
- Wat is werkvoorraad?
- Wat is een bulkvoorraad?
- Wat zijn dynamische interne transportmiddelen?
Slide 12 - Tekstslide
Hulpmiddelen
Wat voor hulpmiddelen zijn er bij logistiek werkzaamheden?
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
- Voeg de opdracht van de begeleidingsstijl toe aan je verslag.