TA6 meervoud zelfstandig naamwoord 8.1.4

doel:
Ik leer het enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

doel:
Ik leer het enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het meervoud van stoel?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het meervoud van fiets?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het meervoud van televisie?

Slide 4 - Woordweb

Wat is het meervoud van jongen?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het meervoud van groep?

Slide 6 - Woordweb

Wat is het meervoud van meisjes?

Slide 7 - Woordweb

meervoud op -s
meervoud op -en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen

Slide 8 - Sleepvraag

Weet je het nog? 's woorden.
a-i-o-u-y woorden

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het meervoud van paraplu?

Slide 10 - Woordweb

Wat is het meervoud van baby?

Slide 11 - Woordweb

Wat is het meervoud van piano?

Slide 12 - Woordweb

Wat is het meervoud van pyjama?

Slide 13 - Woordweb

meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
oma
paraplu
hobby
auto
gang

Slide 14 - Sleepvraag

woorden met -eren
kind-kinderen
ei-eieren

Slide 15 - Tekstslide

woorden met -heid
snelheid-snelheden
gelegenheid-gelegenheden
kostbaarheid-kostbaarheden
bezigheid-bezigheden

Slide 16 - Tekstslide