In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1 Canada: Dichtbij en veraf
1.2 Inzoomen op Calgary
Slide 1 - Tekstslide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Wat gaan we doen vandaag?
- Terugblik op vorige les
- Herhalen
- Uitleg stadscentrum, buitenwijken en schaalniveau’s
- Duo opdracht
- Lezen
- Aan de slag
- Afronden
Slide 2 - Tekstslide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Leerdoelen
- Je weet wat de verschillen tussen het stadscentrum en de buitenwijken zijn.
- Je weet wat het verschil is tussen in- en uitzoomen
- Je kunt benoemen wat de vijf schaalniveaus zijn
- Je weet wat een plattegrond is
Slide 3 - Tekstslide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Herhalen
- Wat gaan we doen? We gaan zo paragraaf 1 herhalen. We gaan vier puzzles maken.
- Je hebt hier je laptop voor nodig.
- Je doet deze puzzles alleen en zelfstandig.
Slide 4 - Tekstslide
Inloggen in lessonup - klas 1VGZ1
1. Ga op je laptop naar www.lessonup.nl
2. Klik vandaag op ‘inloggen’ als leerling.
3. Log in met office 365. Dit is je leerlingnummer@calandlyceum.nl en je wachtwoord.
4. Klik links in je scherm op ‘klassen’ en voeg jezelf toe aan de klas: rzlcp
5. Klik dan links in het scherm op: code invoeren. Voer de pincode van deze les in.
Wat moet ik doen?
Klaar? Wacht even op de rest van de klas of kijk of je andere leerlingen kunt helpen
Slide 5 - Tekstslide
⏎
Aardrijkskunde-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.
1
2
3
4
5
6
Slide 6 - Sleepvraag
Zoek de 4 verschillen. Sleep de rondjes naar de verschillen in de afbeelding rechts.
Slide 7 - Sleepvraag
Aardrijkskunde gaat over [………………………]. Dat zijn [………………………]. Er zijn kleine en grote gebieden. Verkleinde tekening van een gebied = [………………………]
[………………………] : kaart met topografie, hoogteligging, wegen, spoorlijnen (figuur 1). Canada is [………………………] keer groter dan Nederland.
Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek in de tekst
overzichtskaart
gebieden
240
kaart
Regio’s
Slide 8 - Sleepvraag
Bevolkingsdichtheid = aantal [………………………] per km². Kaart met één onderwerp = [………………………] kaart. Het zuiden van Canada is [………………………]bevolkt. Het noorden van Canada is [………………………]bevolkt. De [………………………]is ongelijk. Het noorden van Canada is te [………………………] om er te wonen.
Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek in de tekst
Dicht
Inwoners
Bevolkingsspreiding
Dun
Thematische
Koud
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Opdracht in tweetallen
- Open in lessonup de opdracht: 'opdracht: downtown en suburbs' en wacht totdat de docent deze vrijgeeft
- Je maakt deze opdracht in tweetallen. Beantwoord alle vragen
- Je krijgt hier 15min. de tijd voor (ZF)
- Eerder klaar? Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 2.
- Je gaan deze opdracht klassikaal nabespreken
Slide 14 - Tekstslide
ZF
timer
15:00
Maak de opdracht 'opdracht: downtown en surburbs'
Eerder klaar?
Doe je laptop open en ga aan de slag met op de opdrachten van paragraaf 2. Kijk op je skillstree welke opdrachten je moet maken. je mag zelf kiezen welke opdracht je als eerste doet.
Lees in ZS paragraaf 1 op blz. 10 en 11 van het lesboek
Eerder klaar dan het belletje?
Doe je laptop open en ga aan de slag met op de opdrachten van paragraaf 2. Kijk op je skillstree welke opdrachten je moet maken. je mag zelf kiezen welke opdracht je als eerste doet.