Je ziet zo twee filmpjes van iemand die een toesprak houdt.
Kijk naar de verschillen.
Daarna volgen drie filmpjes met
tips voor jullie presentaties.
Hierna ga je zelf aan de slag
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Presenteren
Je ziet zo twee filmpjes van iemand die een toesprak houdt.
Kijk naar de verschillen.
Daarna volgen drie filmpjes met
tips voor jullie presentaties.
Hierna ga je zelf aan de slag
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
csgnl.sharepoint.com
Slide 3 - Link
Slide 4 - Sleepvraag
Stelling:
Beter dure, maar smerige merkkleding , dan een goedkope outfit die schoon, netjes en heel is.
Slide 5 - Tekstslide
Stelling:
Ik mag mijn stage-baas en collega's tutoyeren
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Hoe stel je jezelf voor aan je collega's?
Oefen in tweetallen: spreek af wie de leerling is en wie de baas/collega
Non-verbale communicatie
Gezichtsuitdrukkingen (ook wel mimiek genoemd) Ze geven jouw emoties weer.
Lichaamsbewegingen en houding.
Gebaren.
Oogcontact.
Aanraking.
Ruimte.
Stem (tonatie, volume)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Tips
Leer je tekst
Oefen!
Ga goed staan
Rustig praten
Stiltes zijn oké
Kijk je publiek aan
spieken mag
Slide 14 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Je gaat in een klein groepje (3 max 4) oefenen. Waar je NU mee zit een minipresentatie geven.
Onderwerp: kerst vakantie (wat heb je gedaan, wat vond je leuk, waren er mensen ziek? Was jij ziek? etc
Voorbereiding: 5 minuten in stilte (inleiding midden slot)
Presenteer om de beurt aan elkaar.
timer
5:00
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een goed " spiekbriefje"?
Je kunt jouw powerpoint presentatie gebruiken als "spiekbriefje", door af en toe op je scherm te kijken.
Je kunt ook een spiekbriefje (van papier) gebruiken: gebruik geen hele zinnen maar schrijf alleen de belangrijkste woorden op als geheugensteuntje. Zo voorkom je dat je gaat " voorlezen".