In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
§5 Waterproblemen
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Terugblikken
Laagste punt van Nederland
Klimaat verandert in NL
Droogte: de gevolgen
Aan de slag
Einde
Slide 2 - Tekstslide
De absolute zeespiegelstijging is 30 meter, de bodemdaling bedraagt 2 meter. bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:30
A
15 meter
B
28 meter
C
32 meter
D
60 meter
Slide 3 - Quizvraag
BKL staat voor BasisKustLijn, maatgevend voor deze BKL is de kustlijn uit het jaar....
A
1954
B
2010
C
1900
D
2000
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een zandsuppletie?
A
Een mega grote zandbak aan het strand
B
Extra zand op de duinen gooien
C
Zand op de zeebodem voor de kust brengen
D
Duinen afgraven en daar dijken aanleggen
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Welk begrip is van toepassing?
A
absolute zeespiegelstijging
B
bolwerkvorming
C
relatieve zeespiegelstijging
D
basiskustlijn
Slide 6 - Quizvraag
Een voorbeeld van dynamisch kustbeheer is
A
hard waar het kan,
zacht waar het moet
B
estuaria
C
dammen aanleggen om stroming te leiden
D
de zandmotor
Slide 7 - Quizvraag
Een slufter zorgt voor:..... Kies de fout tekst
A
Meer biodiversiteit
B
Meer invloed getijdenwerking.
C
Ontmoeting zout en zoet water.
D
Minder extreem hoogwater.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste nadeel van bolwerkvorming?
A
De kust verliest haar flexibiliteit.
B
Het beschadigd het aanzicht van de kust.
C
De kust kan sneller overstromen.
D
Het vergt veel meer onderhoud.
Slide 9 - Quizvraag
De golven komen tegen de zandmotor aan. En dan?
A
sedimentatie, transport, erosie
B
transport, sedimentatie, erosie
C
erosie, transport, sedimentatie
D
erosie, sedimentatie, transport
Slide 10 - Quizvraag
De functie van de zandmotor is
A
kustverdediging
B
polderen
C
ruimte voor de rivieren maken
D
deel van de afsluitdijk
Slide 11 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken:
I Relatieve zeespiegelstijging is gevaarlijker dan absolute zeespiegelstijging II In Nederland hebben wij alleen te maken met absolute zeespiegelstijging. Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 12 - Quizvraag
Het overstromingsrisicobewustzijn onder jongeren in Nederland is
A
Hoog
B
Gemiddeld
C
Laag
D
Weet ik niet
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Rond jaar 1000 lag deze polder nog boven zeeniveau!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Weer verandert
Winters warmer en natter
Zomers extreme droogte en warmer
Welke van de twee is een soort van sluipmoordenaar, omdat je de gevolgen niet direct ziet?
Slide 17 - Tekstslide
www.carbonbrief.org
Slide 18 - Link
www.knmi.nl
Slide 19 - Link
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Aan de slag
Je gaat bezig met §1.5 opdrachten 1 en 2
Sommige begrippen hebben we nog niet behandeld, maar doen we volgende les