Klas 2 Unité 2 pouvoir / vouloir

Bonjour
Ga naar LessonUp
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour
Ga naar LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1.Quel est le jour et la date    
2.Quel temps fait-il?    
3. Quel heure est-il?    

      

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Début du cours
    -
    Contrôle de devoirs/voca
  2. GRAMMAIRE
    -
    Vouloir & Pouvoir

  3. AU TRAVAIL
    - Partie H
    - Finir 
  4. Fin du cours
    - Réflection

(05m)

 (20 m)

(05m)

BD
VOULOIR/POUVOIR
(20m)

Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Début du cours
    -
    Contrôle de devoirs/voca
  2. GRAMMAIRE
    -
    Vouloir & Pouvoir

  3. AU TRAVAIL
    - Partie H
    - Finir 
  4. Fin du cours
    - Réflection

(05m)

 (20 m)

(05m)

BD
VOULOIR/POUVOIR
(20m)

Tekst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

semaine 7, cours 1

1.Quel jour    
nous sommes aujourd'hui?    

2.Quel temps fait-il?    

3. Quel heure est-il?    
4. Check Voca
CHAP 3: A,B,C,E 

      

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Début du cours
- Contrôle de devoirs/voc

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefentoets 30mn
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel welk kledingstuk je wilt kopen.
(J... v... a... aanwijzend voornaamwoord. + kledingstuk + bijv. nw.)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je vraagt welke maat kleding je klasgenoot heeft. Wat kan hij/zij antwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt graag weten wat je klasgenoot van je kleding vindt. Wat vraag je?
A
Tu fais quelle taille?
B
Ils coutent combien, ces vêtements?
C
Tu veux l'acheter?
D
Comment tu trouves mes vêtements?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je klasgenoot vraagt wat je van zijn/haar nieuwe jas vindt. Wat kun je antwoorden?
A
Il est beau!
B
Pas mal.
C
Du M.
D
Il est trop petit.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je vraagt je klasgenoot of hij een leuk weekend heeft gehad. Hij zegt dat het wel oké was. Hoe zegt hij dat?
A
Ce n'est pas cher.
B
Il est moche.
C
D'accord.
D
Pas mal.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Il porte souvent un jean et des baskets.
D'accord! On y va!
Il aime faire du sport et jouer à la console.
Je cherche un cadeau pour Lucas.
Qu'est-ce que tu veux acheter ?
Qu'est-ce qu'il aime ?
Qu'est-ce qu'il aime porter?
On va à Mode&Co?

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt graag weten wat je klasgenoot van je kleding vindt. Wat vraag je?
Vul in : ... tu ... mes vêtements ?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Vrij 8/3 4e uur
Leer blok C en G p. 130
Overhoren Slim Stampen

Lees Studiewijzer en Toetsstof in Teams GOED
(Teams-Bestanden-TEA-TEA3)
VRAGEN daarover stellen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex: Fais un défilé de mode (Teams)
In groep aan de slag:
1. Iedereen presenteert  aan de rest van de groep je voorbereide outfits.
(Tenue 1 : Je vais porter ce pull noir, ..., ... et ... = Ik ga ... dragen.
Tenue 2: Ou je vais porter ...)
2. Nadat iedereen aan de beurt is geweest, overleg  met je groep welke outfit je gaat kiezen voor de défilé de mode.
3. Bespreek de taakverdeling:  wie presenteert, wie op de catwalk loopt 
(op papier schrijven, Ex : M1: Yasmine - P1: Roos,  M: model, P: presentator)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ex: Faire un défilé de mode (Teams)
3. Bespreek de taakverdeling:  wie presenteert, wie op de catwalk loopt 
(op papier schrijven, Ex : M1: Yasmine - P1: Roos,  M: model, P: presentator)
4. De presentator schrijf de zinnen op om het model te presenteren
-Stel het model voor (naam, leeftijd) : Il / Elle s'appelle ... Il . Elle a treize ans.
-Vertel hoe ziet hij/zij er uit (lengte, haar, ogen) Il est grand et a les cheveux noirs et courts.
-beschrijf 3 kledingstukken + 1 accessoire (+bijvoeglijk naamwoorden erbij)
Il/Elle porte ...
5. Kies leuk bijpassend muziek 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

on regarde la vidéo
    & schrijf ze over

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bureau             FRANS                                  

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je tenminste een vraag voorbereid voor deze flexles?
Ik wil hem graag weten. Waar gaat jouw vraag over?
Vocabulaire
Grammaire
Lezen
Schrijven
Luisteren
Ander onderwerp
Ik heb geen vraag

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  1. GRAMMAIRE : Vouloir & Pouvoir 
  2. Vocabulaire Appr. 1+2 van Unité 2
Vocabulaire van U2
En ligne
App.1 + 2

VOULOIR/POUVOIR
Na deze les ken je 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                      Vouloir = Willen
Je veux                         ik wil
Tu veux                         jij wilt
Il/elle veut                   hij/zij wil
On veu                        men wil/
                                         we willen
Nous voulons            wij willen
Vous voulez    jullie willen/u wilt
Ils/Elles veulent       zij willen

       Pouvoir = Kunnen, Mogen
Je peux                     ik kan/ik mag
Tu peux                     etc. 
Il/elle peut
On peut

Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/Elles peuvent

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met vouloir (willen)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Ik wil
jij wilt
Hij wil
Wij willen
jullie willen
u wilt
zij willen
nous voulons
vous voulez
tu veux
il veut
ils/elles veulent
je veux

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil
A
je veux
B
tu veux
C
je peux
D
tu peux

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij willen
A
vous voulez
B
nous voulons
C
on veut
D
ils veulent

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Elle ...
A
veux
B
veut
C
veulent
D
voulont

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Vous ...
A
voulons
B
veulent
C
voulez
D
veux

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Tu ... ces baskets?
timer
0:15

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Les enfants (ils) ...
timer
0:15

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

                      Vouloir = Willen
Je veux                         ik wil
Tu veux                         jij wilt
Il/elle veut                   hij/zij wil
On veu                        men wil/
                                         we willen
Nous voulons            wij willen
Vous voulez    jullie willen/u wilt
Ils/Elles veulent       zij willen

                       Pouvoir = Kunnen
Je peux                     ik kan/ik mag
Tu peux                     etc. 
Il/elle peut
On peut

Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/Elles peuvent

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met pouvoir (kunnen, mogen)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Ik kan
jij kunt
Hij kan
Wij kunnen
jullie kunnen
u kunt
zij kunnen
nous pouvons
vous pouvez
tu peux
il peut
ils/elles peuvent
je peux

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Hij kan
Wij kunnen
jullie kunnen
zij kunnen
nous pouvons
vous pouvez
tu peux
il peut
ils/elles peuvent
je peux

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag ik ...?
A
Je peux...?
B
Tu peux...?
C
On peut...?
D
Il peut...?

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

U kunt
A
Nous pouvons
B
Elle peut
C
Vous pouvez
D
Elles peuvent

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Nous ...
A
pouvont
B
peuvent
C
pouvez
D
pouvons

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in:
Ils ...
timer
0:15

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpww en woordvolgorde
Vouloir en pouvoir zijn vaak hulpwerkwoorden. Er hoort dus vaak nog een ander werkwoord bij. 
Ik wil een t-shirt kopen.                - Je veux acheter un T-shirt. 
Mag ik deze jurk passen?    - Je peux essayer cette robe? 

Let op! In het Frans staan alle WW bij elkaar, ook in de vraagzin.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de juiste volgorde:
aller -aux toilettes - peux - je - ?
timer
0:30

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de juiste volgorde:

une pizza - nous - manger - voulons - .
timer
0:30

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 28 februari 4e les

Kies 2 of meer boeken (in Teams) om te lezen
Maak van elk boek een woordenlijst van 10 woorden (F-N)
   BELONING
    2 boeken + woordenlijsten = 1 punt (WH)
    4 boeken + woordenlijsten = 2 punten
>=6 boeken + woordenlijsten = 3 punten


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEVOIRS
  1. CHAPITRE 3: PARTIE H
    - ENSEMBLE: 31a,(b),c
    - iNDIVIDUELLEMENT: 31-33
    - Difficile? Studiewijzer p.12 of Verbuga
  2. FINI?  Controleer:
    -
    Heb je Chapitre 3 alles gemaakt?
    - Is je leesopdracht af?
    - Is je striptekening af en ingeleverd?
  3. LESREFLECTIE
    - Vul lesreflectie in
    - Blooket VOULOIR/POUVOIR

timer
1:00

Slide 45 - Tekstslide

- Quickscan lezen
- Leesstrategiën (zie TEAMS)
au prochain cours!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies