In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Unit 1 H2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de present simple en present continuous?
Slide 2 - Open vraag
Present simple
Gebruik je bijgewoontes, feiten en dingen die vaker gebeuren
Vorm: hele ww + s bij he/she/it
Signaalwoorden: usually, always, never, sometimes, often etc.
Slide 3 - Tekstslide
Present continuous
Gebruik je bij dingen die NU bezig zijn
Vorm: vorm van 'to be' (am/is/are) + hele ww + ing
Signaalwoorden: right now, at the moment, as we speak
Slide 4 - Tekstslide
all/every/each
Slide 5 - Woordweb
every/each = elke
Each is een manier om leden van een groep individueel te bekijken -> I gave each plant some water.
Every is een manier om een groep te zien als meerdere leden + every gebruik je allleen maar bij grotere aantallen (drie of meer) -> Every child received a present.
Slide 6 - Tekstslide
possessives ('s/'/..of..)
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Video
Possessives
's / '
....... of .......
1. Bij personen of dieren
A. Bij dingen
2. Bij uitdrukkingen van tijd
B. Bij geografische locaties
Slide 9 - Tekstslide
Used to
Slide 10 - Woordweb
Used to
Used to gebruik je om te praten over iets wat vroeger zo was, maar nu niet meer.
1. een situatie of toestand in het verleden
2. een gewoonte uit het verleden.
Slide 11 - Tekstslide
+
ondewerp+ used to + hele werkwoord
They used to be married.
-
onderwerp + didn't use to + hele werkwoord
Vicky didn't use to be afraid of water.
?
Did + onderwerp + use to + hele werkwoord
Did John use to live in the same house?
Slide 12 - Tekstslide
I ......................... short hair, but now it's longer.
A
used to
B
use to
Slide 13 - Quizvraag
That is my sister........ dress.
A
sisters
B
sister's
C
sisters'
Slide 14 - Quizvraag
These are my cats....... toys.
A
cats's
B
cat's
C
cats'
Slide 15 - Quizvraag
I always .................... (walk) to school.
Slide 16 - Open vraag
She usually ................... (go) to school by bike.
Slide 17 - Open vraag
She ...................... (work) right now.
Slide 18 - Open vraag
I ............... (to be) twelve years old.
Slide 19 - Open vraag
My mom ................................ (cook) dinner at the moment.
Slide 20 - Open vraag
London is ................................. (capital / England)
A
England's capital
B
the capital of England
Slide 21 - Quizvraag
He has got .................. shoulders.
A
broad
B
full
C
petite
Slide 22 - Quizvraag
You have to visit the San Fransisco Bay ..................
A
cave
B
area
C
rock
D
slope
Slide 23 - Quizvraag
We went to ............... the sights in the city.
A
every
B
each
C
all
Slide 24 - Quizvraag
.................. of the two teams has a chance of winning.
A
every
B
each
C
all
Slide 25 - Quizvraag
........... country in the world has a capital city.
A
every
B
each
C
all
Slide 26 - Quizvraag
That is my ...................... (schoonzus)
Slide 27 - Open vraag
I find him very .................. (knap)
Slide 28 - Open vraag
She ............................. (not + use to + have) anxiety.