2KGT Th 2 grammar past continuous

Past continuous vs past simple
chapter 2, grammar 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Past continuous vs past simple
chapter 2, grammar 3

Slide 1 - Tekstslide

Target
- Je kan iemand vragen/ vertellen hoe iemand zich voelt. 
- Je weet hoe je de past continuous moet maken.
- je weet hoe je de past continuous en past simple in één zin gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

How are you?
Present (tt)
How do you feel when you are exercising in the gym?
Hoe voel je je als je aan het bewegen bent in de fittnessruimte?

Are you ... 
Is she/he/it ...


Slide 3 - Tekstslide

How are you?
Past (vt)
How did you feel when you were climbing the mountain?
Hoe voelde je je toen je de berg aan het beklimmen was?

Were you ... 
Was she/he/it ...


Slide 4 - Tekstslide

This is how I feel
Present (tt)                                 Past (vt)
I get ... (Ik word)                        I got ... (Ik werd)
I feel ... (Ik voel)                         I felt ... (Ik voelde)
I am ... (Ik ben)                           I was ... (Ik was)

Gebruik voor de opdrachten stones 4, 5 & 6

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal het laatste woord;
I felt angry
A
moe
B
boos
C
hongerig
D
verliefd

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal de laatste twee woorden;
I had a sore throat.
A
pijnlijke teen
B
pijnlijke keel
C
pijnlijke tong
D
pijnlijke geit

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal:
Wat is er met je aan de hand?
A
Are you okay ?
B
How do you feel?
C
What's on the hand with you?
D
What's the matter with you?

Slide 8 - Quizvraag

Past continuous

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Past continuous (duurvorm)

Slide 11 - Tekstslide

Past Continuous

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal:
Ik was aan het lopen.

Slide 13 - Woordweb

Hoe maak je de past continuous?
A
hele werkwoord + ed
B
to be + heel werkwoord + ing
C
hele werkwoord + ing
D
to feel + heel werkwoord + ing

Slide 14 - Quizvraag

Maak de past continuous.
I ......... (do) my homework last week.
A
was doing
B
were doing
C
is doing
D
was doed

Slide 15 - Quizvraag

Maak de past continuous.
I ......... (make) a sandwich yesterday
A
am making
B
was making
C
is making
D
were making

Slide 16 - Quizvraag

Past continuous vs. past simple

Slide 17 - Tekstslide

Past simple vs. past continuous 2.0
I tripped over something while I was running on the street.
You were playing a game, when you heard a noise.
The dog was playing when its owner called
He was writing a story when his laptop broke down. 
My sister fell while we were walking in the forest.
They were swimming in the ocean, when they saw a piranha.


Slide 18 - Tekstslide

Past simple vs. past continuous
De past simple en de past continuous kun je in één zin gebruiken. 
De activiteit die dan het langst duurt, is de past continuous.
De activiteit die dan het kortst duurt, is de past simple.
Past simple
  1. Werkwoord + ed
  2. Onregelmatig werkwoord

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de past simple in deze zin?

My sister was having a bath when the doorbel rang.
A
when
B
rang
C
having a bath
D
the doorbel

Slide 20 - Quizvraag

Welk deel van deze zin is de past continuous?

My uncle tripped over a banana peel while he was running a marathon.
A
banana peel
B
while
C
tripped
D
was running

Slide 21 - Quizvraag

Ch 2 E grammar Past continuous & past simple 
p96-99 E writing & grammar 
Check ex. 34abc, 35ab, 37ab 
Als je veel fouten hebt, meldt dit dan bij je docent


Slide 22 - Tekstslide