In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan uitleggen hoe er weer handel kwam.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 4 - Tekstslide
Onveilige tijd
Tussen 500 en 1000 was het onveilig.
Hierdoor geen handel.
Een dorp was veiliger dan de stad.
Mensen leefden van de landbouw.
Slide 5 - Tekstslide
Rond het jaar 1000 stijgen de opbrengsten van de landbouw:
Boeren gaan meer grond geschikt maken voor landbouw.
Uitvinding zoals de keerploeg en het halsjuk.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Gevolgen
De bevolking groeit
Voedseloverschot werd geruild op markten.
Slide 9 - Tekstslide
Gevolgen
Markten ontstonden bij kloosters, kastelen, kruispunten en rivieren.
Ambachtslieden gingen hier ook wonen. >
Steden ontstaan.
De bevolking groeit.
Slide 10 - Tekstslide
De Hanze
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 11 - Tekstslide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.