3.5

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Kort herhalen: parlement
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Parlement
Controleert
Volk
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Regering

Slide 4 - Sleepvraag

Eerste Kamer 

Tweede Kamer

Direct gekozen door de bevolking.
Indirect gekozen door de Provinciale Staten.
Kijken of er fouten staan in de wet en erover stemmen. 
Wetten bedenken, veranderen en stemmen. 

Slide 5 - Sleepvraag

De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende.  Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort. 
Controlerende taak
Wetgevende taak
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete

Slide 6 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
  • Lees: 'wetgeving en controleren' op blz. 48 en 49 in je lesboek.
  • Maak: vraag 4, 5, 6, 10, 14 en 16(blz. 48 t/m 51)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de taken van het parlement?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel zetels heeft de tweede kamer
A
100
B
225
C
150
D
378.364

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de twee belangrijkste taken van de Tweede Kamer?
A
wetgevende taak controlerende taak
B
Wetgeving maken Dagelijks bestuur van het land
C
Regering controleren Dagelijks bestuur van het land
D
Wetten uitvoeren Recht spreken

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

De Tweede Kamer kan wetten schrijven en goedkeuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

De Tweede Kamer mag ook zelf wetsvoorstellen doen. Dit is het:
A
recht van interpellatie.
B
motierecht.
C
recht van initiatief
D
stemrecht.

Slide 23 - Quizvraag

De Tweede Kamer mag over wetsvoorstellen stemmen. Dat is het:
A
motierecht.
B
vragenrecht.
C
recht van amendement.
D
stemrecht.

Slide 24 - Quizvraag

Het recht van interpellatie houdt in dat de Tweede Kamer:
A
een motie van wantrouwen tegen een minister mag indienen.
B
het recht heeft een minister om uitleg te vragen.
C
wetsvoorstellen in mag dienen.
D
een wetsvoorstel van een minister mag afkeuren.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Wie kiest de Eerste Kamer?
A
het volk
B
de Tweede Kamer
C
Provinciale Staten
D
de Eerste Kamer wordt niet gekozen

Slide 30 - Quizvraag

welke 2 rechten heeft de Eerste Kamer NIET?
A
recht van budget recht van enquête
B
recht van amendement recht van initiatief
C
recht van interpellatie recht van motie
D
recht van interpellatie recht van initiatief

Slide 31 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
50
B
75
C
150
D
175

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamer stemt
Eerste Kamer stemt
Wet wordt aangenomen.
Koning en  Minister tekenen.
Wet komt in Staatscourant.

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Slide 44 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lezen: 3.5( blz. 48 en 49)
  • Maken onlie 3.5: vraag 1 t/m 4; 6 t/m 8; 10 t/m 12

Slide 45 - Tekstslide