Herhaling EHBO

Herhaling EHBO
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling EHBO

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de 5 regels van EHBO?
Stel het slachtoffer gerust
Zet het slachtoffer rechtop
Ga na wat er gebeurd is
Geef het slachtoffer ter geruststelling wat drinken
Zoek naar contactpersonen
Let op gevaar
help het slachtoffer waar hij ligt of zit
Zorg voor professionele hulp

Slide 2 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
Let op gevaar! 
Ga na wat er gebeurd is?
Stel het slachtoffer gerust, zorg voor beschutting
Bel 112
Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe verplaats je een slachtoffer als hij op een veilige plek ligt?
A
met de brandweergreep
B
met de Rautekgreep
C
Niet
D
zelf laten lopen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe verplaats je een slachtoffer als hij op een NIET veilige plek ligt?
A
Met de brandweergreep
B
Met de Rautekgreep
C
Niet
D
zelf laten lopen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Hoe beoordeel je het bewustzijn van je slachtoffer?
A
Aanroepen
B
Aanroepen en schudden aan de schouders
C
Ademhaling controleren
D
Pols tellen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe beoordeel je de ademhaling van het bewusteloze slachtoffer?
A
Kinlift
B
Kinlift+ kijken naar de borstkas
C
Kinlift+ luisteren
D
Kinlift+ kijken+luisteren+voelen

Slide 8 - Quizvraag

Hoelang mag je maximaal de ademhaling controleren?
A
10 sec
B
30 sec
C
1 minuut
D
12-16 x per minuut

Slide 9 - Quizvraag

Ademhaling kunnen we niet controleren bij een slachtoffer dat op zijn...... ligt
A
buik
B
zij
C
rug

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video


Wat zie je hier?
A
Slapende sporter
B
Epileptisch insult
C
sporter met gebroken enkel
D
Stabiele zijligging

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Waarmee maak je een schaafwond schoon?
A
gaasje met jodium
B
lauw stromend water en zeep
C
gaasje met alcohol 70%
D
lauw stromend water

Slide 14 - Quizvraag

Welke pleistersoort kan je het beste op een kleine schaafwond doen?
A
steriel gaasje
B
bethadinegaasje
C
niets, aan de lucht laten drogen
D
metallinegaasje

Slide 15 - Quizvraag

Soorten wonden
Bijtwond
Brandwond
Snijwond
schaaf wond

Slide 16 - Sleepvraag

Welke vaccinatie moet je krijgen als je, als volwassene een wond (met straatvuil) oploopt?
A
Hepatitis A
B
Tetanus
C
Kinkhoest
D
Hepatitis B

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je dit verband?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent de afkorting ICE die wordt gebruikt bij letsel aan de ledematen?
A
In Case of Emergency
B
ijs, compressie, extraverband
C
immobilisatie, compressie, elevatie
D
immobilisatie, contractie, elevatie

Slide 19 - Quizvraag

wat is wat?
kneuzing
Scheur
Bot breuk
Verstuiking
'uit de kom'
Fractuur
Ruptuur
Distorsie
Luxatie
Contusie

Slide 20 - Sleepvraag

2e graads
1e graads
3e graads

Slide 21 - Sleepvraag

Hoe noem je deze draagdoek?

Slide 22 - Open vraag

Hoelang moet je koelen bij een kneuzing?
A
10-15 min, max 20 min. 1e dag 4-5x per dag
B
5-10 min, max 20 min. 1e dag 8x per dag
C
5-10 min, max 30 min 1e dag elk uur
D
10-15 min, max 20 min 1e dag elke 2u

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Als iemand zich verslikt in een snoepje, wat doe je dan?
A
Eerst 5 buikstoten, dan de Rautekgreep
B
Eerst 5 buikstoten, dan de Heimlich
C
Eerst 5 klappen op de rug, dan de Rautekgreep
D
Eerst 5 klappen op de rug, dan de Heimlich

Slide 25 - Quizvraag

shock!
Waar denk je aan?

Slide 26 - Woordweb

Hoe noem je een shock ten gevolge van een ernstige allergische reactie?
A
Cardiogene shock
B
Anafylactische shock
C
Hypovolemische shock
D
Allergische shock

Slide 27 - Quizvraag

Wat is collaberen?
A
Flauwvallen
B
In shock raken
C
een CVA krijgen
D
Pijn hebben

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn de voornaamste verschijnselen van een hypovolemische shock?
A
lage RR, lage pols, rode huid
B
hoge RR, hoge pols, rode huid
C
hoge RR, hoge Pols, bleke huid
D
lage RR, hoge pols, bleke huid

Slide 29 - Quizvraag

Waarom mag je iemand op verdenking van shock geen eten/drinken geven?
Noem minimaal 2 redenen!

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide