Transportstelsel

Welkom bij de les

Natuurwetenschappen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les

Natuurwetenschappen

Slide 1 - Tekstslide

TRANSPORT
STELSEL

Slide 2 - Tekstslide

  •  Ik kan de functie van het transportstelsel toelichten.
  •  Ik kan de samenstelling van bloed bespreken.
  •  Ik kan de functie van de bloedbestanddelen uitleggen.
  •  Ik kan de bloedcellen herkennen en benoemen. 

Doelen hoofdstuk 1: Bloed en bloedcellen

Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor dient het
transportstelsel?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Bloed bestaat uit
Water                          7 tot 10% van het bloed

Bloedcellen               rode bloedcellen, 
                                       witte bloedcellen en                                                                   bloedplaatjes


Bloedplasma             90% water + 10% voedingsstoffen                                            en afvalstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Bloedcellen: De rode bloedcel
  • Figuur B
  • Kenmerken: 
     - rond, afgeplat en een deukje in het midden.   - geen celkern 
     - grootste in aantal
  • Functie: transport van zuurstofgas (O2) en     koolstofdioxide (CO2)

Slide 7 - Tekstslide

Bloedcellen: De witte bloedcel
  • Figuur C 
  • Kenmerken: 
     - grootste bloedcel in vorm
     - geen vaste vorm, kleurloos
     - kleinste in aantal
  • Functie: 
     - celvraat
     - productie van antistoffen

Slide 8 - Tekstslide

Celvraat 
Antistoffen

Slide 9 - Tekstslide

Bloedcellen: De bloedplaatjes
  • Figuur A 
  • Kenmerken:   
     - kleinste bloedcel in vorm
     - kleine brokstukjes, geen vaste vorm
  • Functie:
     - beperken van bloedverlies
     - ervoor zorgen dat het bloed stolt 

Slide 10 - Tekstslide

Maak de juiste verbinding
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje

Slide 11 - Sleepvraag

bloedstolling
zuurstof vervoeren
bescherming tegen ziekteverwekkers
voedingsstoffen
en afvalstoffen vervoeren
Verbind het bloedonderdeel met de juiste functie
rode
bloedcellen
witte
bloedcellen
bloed-
plasma
bloed-
plaatjes

Slide 12 - Sleepvraag

  •  De functie van het hart toelichten.
  •  Ik kan het hart in het lichaam situeren.
  •  Ik kan de bouw van het hart bespreken.
  •  Ik kan de werking van het hart toelichten.




Doelen hoofdstuk 2: Het hart

Slide 13 - Tekstslide

5

Slide 14 - Video

00:22
Wat pompt het hart naar het lichaam?
A
Koolstofdioxide en afvalstoffen
B
Koolstofdioxide en voedingsstoffen
C
Zuurstofgas en voedingsstoffen
D
Zuurstofgas en afvalstoffen

Slide 15 - Quizvraag

00:40
Wat levert zuurstofgas en voedingsstoffen aan voor het hart?
A
De kransaders
B
De kransslagaders
C
De longaders
D
De longslagaders

Slide 16 - Quizvraag

01:32
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 17 - Sleepvraag

02:07
holle ader
1
rechter boezem
2
rechter kamer
3
longslagader
3
longader
4
linkerboezem
5
linkerkamer
6
aorta
7
dikkere spierwand (links)
8
Tussenschot (Tussen de linker- en de rechterkant van het hart)
9

Slide 18 - Tekstslide

01:32
Het Hart
De werking van het hart in drie fasen. 
1. Samentrekken van de              boezems. 
2. Samentrekken van de
    kamers. 

3. Hartpauze.
Klik eens op de "oogjes" voor meer informatie.
Rechter Boezem
Vanuit de holle ader loopt de rechter boezem vol met bloed.
Dit bloed bevat veel afvalstoffen.
Dit bloed is zuurstof arm.
Linker Boezem
Vanuit de longaders stroomt de linker boezem vol met bloed.
Dit bloed is zuurstof rijk.
Rechter Kamer
De rechter kamer bevat zuurstof arm bloed.

De rechterkamer is het begin van de kleine bloedsomloop.
(Hart-Longen-Hart)
Linker Kamer
De linker kamer bevat zuurstof rijk bloed.

De linker kamer is het begin van de grote bloedsomloop. 
(Hart-alle organen-Hart)

De linker kamer heeft de dikste wand (spierlaag).
Aorta
De Aorta is de grootste en belangrijkste slagader in je lichaam.

De Aorta bevat zuurstof rijk bloed.

Het bloed stroomt vanuit de linker kamer de Aorta in.

De Aorta is niet vernoemt naar 1 orgaan. 
Het laat het bloed als een brede snelweg door je lichaam stromen. 
Aan deze Aorta (snelweg) zitten heel veel slagaders vast. 

Bovenste Holle Ader
De bovenste holle ader bevat zuurstof arm bloed.
 
Zuurstof arm bloed met afvalstoffen vanuit hoofd en armen worden hier verzameld.

De bovenste holle ader is niet vernoemd naar een orgaan. 
Aan de holle ader zitten verschillende aderen vast.
Deze ader laat het bloed als een snelweg door je lichaam, terugstromen naar het hart.

De bovenste holle ader laat het bloed in de rechter boezem stromen.
Onderste Holle Ader
De onderste holle ader bevat zuurstof arm bloed.

Zuurstof arm bloed met afvalstoffen vanuit de romp en benen worden hier verzameld.
De holle ader is niet vernoemd naar 1 orgaan. Aan de holle ader zitten verschillende aderen vast. 

De holle ader laat het bloed als een snelweg door je lichaam, terugstromen naar je hart.

De onderste holle ader laat het bloed in de rechter boezem stromen.
Longslagader
De longslagader bevat zuurstof arm bloed.
De longslagader is de enige slagader die zuurstof arm bloed bevat.

De longslagader brengt het bloed van de rechter kamer naar de longen.
Longader
De longader bevat zuurstof rijk bloed.
De longader is de enige ader met zuurstof rijk bloed.

In de longader stroomt bloed van de longen naar de linker boezem.

Extra: 
Als je goed kijkt zie je er twee! Vraag je eens af waarom!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

  • Ik kan de soorten bloedvaten herkennen en                 benoemen.
  • Ik kan de benaming van een bloedvat weergeven.
  • Ik kan de kenmerken van de bloedsomloop bij de           mens opsommen.
  • Ik kan de grote bloedsomloop uitleggen.
  • Ik kan de kleine bloedsomloop uitleggen. 




Doelen hoofdstuk 3:
Bloedvaten en bloedsomloop

Slide 21 - Tekstslide

Bloedvaten
Er zijn 3 soorten bloedvaten:
1. slagaders : transport bloed van hart af

2. haarvaten: dunne bloedvaatjes in al je organen

3. aders: transport bloed naar het hart toe


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slagader
BOUW
3 Lagen
Dekweefsel, spierweefsel en bindweefsel

Hartslag is WEL voelbaar

FUNCTIE
Zuurstofrijk bloed vervoeren
(behalve longslagader!)
Weg van het hart 

VERWONDING?
Levensbedreigend

Slide 24 - Tekstslide

Ader
BOUW
3 Lagen
Dekweefsel, spierweefsel en bindweefsel

Hartslag is NIET voelbaar

FUNCTIE
Zuurstofarm bloed vervoeren  
Van organen naar het hart 

VERWONDING?
Niet levensbedreigend

Slide 25 - Tekstslide

Haarvat
BOUW
1 Laag
Dekweefsel  

FUNCTIE 
- Verbinding tussen aders en slagaders ter           hoogte van de organen
- Uitwisseling van stoffen tussen bloed en           weefsels

VERWONDING? 
Enkele druppels 

Slide 26 - Tekstslide

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Dunne wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 27 - Sleepvraag

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
De aorta

Slide 28 - Quizvraag

Welke bloedvaten zijn op de foto zichtbaar?
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
De aorta

Slide 29 - Quizvraag

  1. een gesloten bloedsomloop
     
  2. een dubbele bloedsomloop

De bloedsomloop

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Kleine bloedsomloop

Slide 32 - Tekstslide

Grote bloedsomloop

Slide 33 - Tekstslide

holle aders
rechterboezem
aorta
longslagaders
longen
organen
linkerboezem
longaders
linkerkamer

Slide 34 - Sleepvraag

Heb je het gevoel dat je de leerstof van vandaag begrijpt?

Slide 35 - Poll