In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Beweging
Slide 1 - Woordweb
Paragraaf 2.1
Gemiddelde snelheid
Slide 2 - Tekstslide
Gemiddelde snelheid
Om de gemiddelde snelheid van een beweging uit te rekenen, gebruik je:
gemiddelde snelheid = afstand
tijd
Hiervoor gebruiken we de afkortingen:
vgem = gemiddelde snelheid
s = afstand
t = tijd
vgem=ts
Slide 3 - Tekstslide
Gemiddelde snelheid
Kies eerst welke eenheden je wilt gebruiken
manier 1: v in m/s; s in m; t in s
manier 2: v in km/h; s in km; t in h
Schrijf altijd een volledige berekening op
vgem=ts
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
Opgave: een wandelaar loopt in precies 45 minuten een afstand van 4 km. Hoe groot is zijn gemiddelde snelheid?
Slide 5 - Tekstslide
Manier 1
s = 4 km
t = 45 min = 0,75 h
v = s : t = 4 : 0,75 = 5,3 km/h
Manier 2
s = 4 km = 4000 m
t = 45 min = 2700 s
v = s : t = 4000 : 2700 = 1, 5 m/s
Slide 6 - Tekstslide
Onthouden
Slide 7 - Tekstslide
Een fietser doet 22 minuten over een afstand van 5 km. Hoe groot is zijn gemiddelde snelheid? Vul je hele berekening in.
Slide 8 - Open vraag
Hoe groot is de gemiddelde snelheid van de bal uit figuur 4 in je boek? Vul je hele berekening in.
Slide 9 - Open vraag
Andersom
Je kunt de formule ook gebruiken om de afstand of de tijd uit te rekenen, je gebruikt hem dan in een andere volgorde. Leer deze volgordes alle drie goed uit je hoofd.
vgem=ts
t=vgems
s=vgem⋅t
Slide 10 - Tekstslide
Hoe lang doet een automobilist er over om met een gemiddelde snelheid van 80 km/h een afstand van 175 km te rijden? Vul je hele berekening in.
Slide 11 - Open vraag
Een atleet loopt een rondje van 80 minuten met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Hoe groot is de afstand die hij gelopen heeft? Vul je hele berekening in.