7.4: Verteren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 7: Ademen en eten

Paragraaf 4: Verteren

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen doornemen
• Herhaling
• Uitleg paragraaf 4: Verteren
• Aan het werk! 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan ik...

• Beschrijven hoe je verteringsstelsel voedsel vervoert
• Uitleggen wat vertering is
• De werking van enzymen beschrijven
• Beschrijven hoe voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
• Beschrijven wat er gebeurt in de dikke darm

Wat weten we over eiwitten

Wat weten we over Vetten

Wat weten we over koolhydraten

biologiepagina.nl

Hoe wordt voedsel vervoerd?

• Je tong duwt het voedsel door naar de keelholte
• De huig en het strotklepje zorgen dat voedsel in de keelholte komt en niet in de neus of luchtpijp
• 
  

Hoe wordt voedsel vervoerd?

• Je tong duwt het voedsel door naar de keelholte
• De huig en het strotklepje zorgen dat voedsel in de keelholte komt en niet in de neus of luchtpijp
• Door peristaltische bewegingen wordt het voedsel door je darmkanaal vervoerd. 

Wat is vertering?

• Alleen kleine stoffen kunnen het bloed in
• De grote voedingsstoffen moeten dus worden afgebroken
• Deze afbraak heet vertering.
• Dit gaat met behulp van verteringssappen met enzymen.

Hoe werken enzymen?

• Enzymen maken de grote voedingsstoffen klein.
• Enzymen zijn specifiek voor één soort voedingsstof.

Hoe werken enzymen?

• Enzymen werken alleen onder bepaalde omstandigheden en zijn gevoelig voor de veranderingen. 
• Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur en zuurgraad. 

Hoe werken enzymen?

• Enzymen werken alleen onder bepaalde omstandigheden en zijn gevoelig voor de veranderingen. 
• Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur en zuurgraad. 

Waar word je voedsel verteerd?

• Mondholte: Speeksel wordt toegevoegd aan voedsel. Het gekauwde voedsel wordt een papje en speeksel verteert zetmeel.
• Keelholte / slokdarm
• Maag: Maagsap komt bij het voedsel. Maagsap bestaat uit maagzuur en enzymen voor de vertering van eiwitten.

Waar word je voedsel verteerd?

• Twaalfvingerige darm: Alvleessap en gal worden toegevoegd. Alvleessap bevat enzymen voor de vertering van eiwitten, zetmeel en vetten.
• Gal verdeelt vetten in kleine druppeltjes
• Dunne darm: Darmsap wordt toegevoegd aan de voedselbrij. De vertering van zetmeel en eiwitten wordt afgemaakt.

Aan de slag

Maak de opdrachten van 7.4 tot en met 18

Waar komen voedingsstoffen in het bloed?

• In de dunne darm worden de voedingsstoffen opgenomen in het vloed.
• De darmwand is dun en bevat veel haarvaten.
• De wand van de dunne darm is erg geplooid met daarop darmvlokken.
• Dit vergroot het oppervlak van de dunne darm. 

Wat gebeurt er in de dikke darm?

• Niet alle stoffen kunnen worden verteerd.
• Er blijft een waterige pap over.
• In de dikke darm wordt het water hieraan onttrokken, en wordt de pap ingedikt.
• De ingedikte pap (poep) blijft in de endeldarm tot de anus zich ontspant en je poep je lichaam verlaat.

Aan de slag

Maak de opdrachten van 7.4

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd 

Voedingsstoffen die niet worden verteerd 

Mineralen

Zetmeel

Water

Eiwitten

Vetten

Vitaminen

Koolhydraten

Waarom moeten zetmeel, eiwitten, vetten en koolhydraten worden verteerd?