In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Quizzz
Hoofdstuk 8 verbanden
Leervraag: wat weet ik al?
Wat moet ik nog oefenen?
Slide 1 - Tekstslide
Bij welk verband hoor de formule:
y=ax+b
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Lineair
D
Kwadratisch
Slide 2 - Quizvraag
Bij welk verband hoor de formule:
y=b⋅gt
A
lineair verband
B
machtsverband
C
evenredig verband
D
exponentieel verband
Slide 3 - Quizvraag
Geef aan of de volgende stelling waar of niet waar is.
Een voorbeeld van exponentiële groei is procentuele groei.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de groeifactor bij een procentuele toename van 8%
A
8
B
1,8
C
1,08
D
1,008
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de groeifactor bij een procentuele afname van 2,5%
A
1,025
B
0,975
C
0,75
D
1,25
Slide 6 - Quizvraag
Martine zet een bedrag van 2000 euro op een spaarrekening. De jaarlijkse rente is 2%.
Welke formule hoort bij het bedrag B dat na t jaar op de spaarrekening van Martine staat?
A
B=2000⋅2t
B
B=2000⋅102t
C
B=2⋅2000t
D
B=2000⋅1,02t
Slide 7 - Quizvraag
Bij welk verband hoort de onderstaande tabel?
A
Lineair
B
Machtsverband
C
Recht evenredig
D
Exponentieel
Slide 8 - Quizvraag
Bij welk verband hoort de onderstaande tabel?
A
Lineair
B
Machtsverband
C
Recht evenredig
D
Exponentieel
Slide 9 - Quizvraag
Welke formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast? Je hoeft het niet exact uit te rekenen om het te zien
A
y=540⋅0,85t
B
y=635⋅0,85t
C
y=540⋅1,18t
D
y=635⋅1,18t
Slide 10 - Quizvraag
De volgende twee stellingen gaan over A: Wanneer de waarde van c veranderd, verplaatst de hele grafiek omhoog of omlaag B: De waarde van a bepaald of het een bergparabool of dalparabool is.
y=ax2+c
A
A en B zijn waar
B
A en B zijn niet waar
C
A is waar,
B is niet waar
D
A is niet waar,
B is waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat weet je van de grafiek van de formule:
y=2x2−5
A
bergparabool met top onder de x-as
B
dalparabool met top onder de x-as
C
bergparabool met top boven de x-as
D
dalparabool met top boven de x-as
Slide 12 - Quizvraag
Wat weet je van de grafiek van de formule:
y=−4x4+17
A
bergparabool met top onder de x-as
B
dalparabool met top onder de x-as
C
bergparabool met top boven de x-as
D
dalparabool met top boven de x-as
Slide 13 - Quizvraag
Je ziet de grafiek die hoort bij de formule
Wat weet je van a en c
y=ax2+c
A
a is positief en c is positief
B
a is negatief en c is positief
C
a is positief en c is negatief
D
a is negatief en c is negatief
Slide 14 - Quizvraag
welke functie hoort bij de groene grafiek?
A
f(x)=x2−3
B
f(x)=x2+3
C
f(x)=−x2−3
D
f(x)=−2x2+3
Slide 15 - Quizvraag
welke functie hoort bij de blauwe grafiek?
A
f(x)=x2−3
B
f(x)=x2+3
C
f(x)=−x2−3
D
f(x)=−2x2+3
Slide 16 - Quizvraag
Koppel door te slepen onderstaande formules aan de juiste grafieken.