Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.3 De staat van de farao
De Oude Egyptenaren
3.3 De staat van de farao
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De Oude Egyptenaren
3.3 De staat van de farao
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je de rol van de farao in het oude Egypte uitleggen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het belang van het onderscheiden van continuïteit en verandering in het oude Egypte?
A
Het helpt ons begrijpen hoe de Egyptische samenleving zich ontwikkelde over tijd.
B
Het stelt ons in staat om de rol van farao in de moderne wereld te begrijpen.
C
Het heeft geen belang, aangezien het oude Egypte geen verandering onderging.
D
Het is slechts een theoretisch concept zonder praktische toepassing.
Slide 4 - Quizvraag
Welke bewijzen tonen aan waarom de farao de machtigste persoon in Egypte was?
A
De farao werd als machtig beschouwd vanwege zijn rijkdom.
B
De farao had absolute controle over het leger en de bestuurlijke organisatie.
C
De farao had beperkte macht en moest vaak luisteren naar andere leiders.
D
De farao erfde zijn macht van zijn voorouders.
Slide 5 - Quizvraag
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent de term 'Egyptische eenheidsstaat'?
A
Een concept dat geen specifieke betekenis heeft in het oude Egypte.
B
Een term die verwijst naar de religieuze praktijken in het oude Egypte.
C
Een staatsvorm waarin Egypte verdeeld was in verschillende onafhankelijke regio's.
D
Een politiek systeem waarin Egypte als geheel geregeerd werd.
Slide 7 - Quizvraag
Wat was de rol van de farao in het oude Egypte?
A
De farao was slechts een religieus figuur.
B
De farao had geen specifieke rol in het oude Egypte.
C
De farao was de machtigste persoon in Egypte.
D
De farao had beperkte macht in vergelijking met andere leiders.
Slide 8 - Quizvraag
Leervragen
1. Je kunt een uitleg geven van de Egyptische eenheidsstaat.
2. Je kunt bewijzen waarom de farao de machtigste persoon in Egypte was.
3. Je kunt verschillende inwoners van Egypte koppelen aan de Egyptische sociale lagen.
4. Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.
Slide 9 - Tekstslide
Farao Narmer rond 3000 v. Chr.
Slide 10 - Tekstslide
Eenheidstaat
Beneden Egypte
Boven - Egypte
Slide 11 - Tekstslide
In de geschiedenis van Egypte ontstonden er verschillende kronen voor de farao's. Weet jij welke kroon bij welk gebied past?
Onder-Egypte
Boven-Egypte
Boven en onder-Egypte
Slide 12 - Sleepvraag
Koning Narmer
Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte.
Hierdoor werd Egypte één land onder één farao.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de taak van een Farao?
Slide 14 - Woordweb
Farao
alleenheerser
van Egypte
Besluiten over irrigatielandbouw.
Legeraanvoerder
Hoogste rechter
Hoogste priester
De farao werd gezien als een soort god.
Farao in een
eenheidstaat
Slide 15 - Tekstslide
Farao
Farao --> koning.
Het woord Farao was afgeleid van de Egyptische woorden voor ‘groot huis’,
Wat verwees naar het paleis van de koning.
Slide 16 - Tekstslide
Het Oude Egypte vanaf rond 2550 v. Chr.
Slide 17 - Tekstslide
Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3
Mk opdr 1 t/m 4b
vergeet de invulsamenvatting niet.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Farao, een gevaarlijk beroep!
Het gezag van de farao werd voortdurend bedreigd:
1. Legeraanvoerders wilde ook wel farao worden
2. Zoon zou farao worden na het overlijden
3. Vriendjespolitiek en omkoperij van staatsdienaren
4. Aanvallen van buitenaf
Rond 330 v.Chr. werd Egypte veroverd door de Macedonische koning Alexander de Grote en was het met de macht van de Egyptische farao's gedaan.
De laatste was farao Cleopatra die rond 50 v.Chr. niet kon voorkomen dat het land bezet werd door het Romeinse Rijk.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is GEEN reden waarom de Farao onveilig was
A
De zoon kan hem vermoorden
B
De Farao had te weinig geld om vijanden af te kopen
C
Aanvallen van andere landen
D
Zijn legeraanvoerder kan hem vermoorden
Slide 21 - Quizvraag
Alexander de Grote zijn rijk 330 v. Chr.
Slide 22 - Tekstslide
Cleopatra
59 v. Chr. totv30 v. Chr.
Laatste Farao
Onderdeel Romeinse Rijk
Was Cleopatra Egyptisch?
Slide 23 - Tekstslide
Aantekeningen
Slide 24 - Tekstslide
Welke beroepen had je allemaal in het Oude Egypte?
Slide 25 - Woordweb
2.3 Rangen en Standen
Landbouwoverschot > ging men specialiseren in een ambacht > bakkers, slagers > maar ook ambtenaren en priesters
Door die verschillende functies
ontstonden er sociale verschillen > niet iedereen was even belangrijk.
Gelaagde Samenleving:
Een samenleving die verdeeld is in sociale lagen.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Sleep de beroepen naar de juiste plek/ laag in de piramide:
ambachtsman
ambtenaar
slaaf
priester
farao
boer
Slide 28 - Sleepvraag
Leven onder de farao had voordelen en nadelen voor gewone mensen. Zet de gevolgen in de juiste kolom.
Voordelen
Nadelen
Moeten werken in irrigatielandbouw
irrigatielandbouw wordt goed geregeld
Je kan iets anders worden dan boer
Moeten helpen bij bouw piramide
In oorlog moeten vechten als soldaat
Beschermd worden tegen vijanden
Belasting moeten betalen
Moeten helpen bij bouw van weg
Slide 29 - Sleepvraag
De gelaagde samenleving (hiërarchie)
De farao kon het land niet in zijn eentje besturen.
Hij had hulp nodig en middelen/ voedsel nodig om zijn land te besturen.
Slide 30 - Tekstslide
Bestuur
De farao is koning, legeraanvoerder én god
Meeste taken worden uitgevoerd door:
ambtenaren: bestuur
priesters: godsdienst
officieren: leger
Omdat het een groot land is, zijn er
geschreven wetten
Slide 31 - Tekstslide
Historische vaardigheden: wat moet je kunnen?
1- Hoe betrouwbaar is de bron
2- feit en mening
3- soorten bronnen
4- oorzaak en gevolg
5- verandering en continuïteit
6- is de bron representatief voor die tijd
7- Standplaatsgebondenheid van de bron
8- inleven/mening vormen
Slide 32 - Tekstslide
Verandering en continuïteit
Continuïteit
: Als de omstandigheden na een ontwikkeling onveranderd/ vrijwel hetzelfde blijven als voorheen.
Verandering/discontinuïteit
: Als de omstandigheden na een ontwikkeling anders zijn dan voorheen.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Begrippen uit deze les
cultuur
ambachtslieden
ambtenaren
hiërogliefen
papyrus
Slide 35 - Tekstslide
Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3
Mk opdr 5 t/m 8c
vergeet de invulsamenvatting niet.
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Slide 38 - Video
Meer lessen zoals deze
Les 7: 3.3 De staat van de farao
Oktober 2023
- Les met
21 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 De staat van de farao
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 De staat van de farao RZ
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 De staat van de farao RZ
19 dagen geleden
- Les met
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 De staat van de farao
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3. De staat van de farao RZ
Oktober 2024
- Les met
34 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 De staat van de farao RZ
Oktober 2023
- Les met
32 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3.3 week 45
November 2023
- Les met
31 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1