In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Joepie! We vieren carnaval op school vandaag!
Eens kijken wat jullie weten over carnaval!
Spelregels:
- groepjes per 4 (gemengd onder- en bovenbouw)
- 1 computer per groepje
- meester Dirk houdt de punten bij!
Let's go!
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer wordt het startsein gegeven voor de nieuwe Carnavalsperiode?
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
nieuwe tijd
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
eigen tijd
Slide 5 - Quizvraag
Waar wordt carnaval het meest gevierd?
A
Frankrijk
B
België
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 6 - Quizvraag
Carnaval is altijd op een vaste datum. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de drie kleuren van carnaval?
A
Rood, wit en blauw
B
Rood, geel en groen
C
Blauw, geel en wit
D
Oranje, geel en groen
Slide 8 - Quizvraag
Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Raad van elf
B
Alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval
Slide 9 - Quizvraag
Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je de woensdag na carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag
Slide 11 - Quizvraag
In Aalst is carnaval heel populair. Maar hoe eindigt het feest?
A
De muziek wordt uitgezet.
B
Er wordt een groot feest gegeven.
C
Ze verbranden een reuze pop.
D
Ze stoppen er gewoon mee.
Slide 12 - Quizvraag
Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan
Slide 13 - Quizvraag
Wat kenmerkt carnaval het best?
A
verkleden en dansen
B
lachen met mensen
C
kritiek geven op mensen
D
uitgaan
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
In de carnavalsstoeten lopen vaak gekke mensen met maskers mee. We noemen hen 'Gilles' doormiddel van een dans vragen zij aan verschillende goden een gunst... Wat is deze gunst?
A
Goede gezondheid voor iedereen
B
Gunstig weer voor een goede oogst
C
Goede dagen en een fijne vakantie
D
Niets speciaals.
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
Met welk feest wordt de vastenperiode na carnaval afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst
Slide 18 - Quizvraag
In welke maand wordt meestal carnaval gevierd?
A
December
B
Februari
C
Maart
D
April
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
D
Speciale snacks en hapjes die kraken
Slide 20 - Quizvraag
In welke stad is tijdens carnaval, prins carnaval voor even de burgemeester?
A
Aalst
B
Gent
C
Antwerpen
D
Brussel
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het gekkengetal?
A
1
B
7
C
11
D
20
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heet dat ding dat de prins in zijn hand heeft?
A
Scepter
B
Totempaaltje
C
Prinsenstok
D
Zwaaipaal
Slide 24 - Quizvraag
Ronde 2: Muziek
Slide 25 - Tekstslide
Van wie is deze carnavalshit?
A
Jan Biggel
B
Peter Selie
C
Snollebollekes
D
Kapotte Kachels
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet dit nummer?
A
pinguïndans
B
Pinguïnlied
C
handjes in de lucht
D
dansen maar
Slide 27 - Quizvraag
Van wie is deze carnavalshit?
A
Gebroeders Rossig
B
Lamme Frans
C
Snollebollekes
D
Andre van Duin
Slide 28 - Quizvraag
Op welk nummer is dit lied een parodie?
A
Eurolalala
B
Joost Klein
C
Europapa
D
Europa
Slide 29 - Quizvraag
Van wie is deze carnavalshit?
A
Roy Donders
B
Gebroeders Ko
C
Jan Biggel
D
Vieze Jack
Slide 30 - Quizvraag
Kraantje pappie heeft een liedje. Dit liedje heet welkom in de ....