Week 3 - Fictie - De brief en het monster

Welkom!
1
WELKOM!
2
Schrift
  Laptop
Leg op tafel:
Log in:
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Schrift
  Laptop
Leg op tafel:
Log in:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
  Deze week

    • Fictie: korte verhalen en
       creatieve opdrachten



    Slide 2 - Tekstslide

    Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.
    • Individuele opdracht: "Wie ben ik?"
    • Een kort verhaal luisteren
    • Duo-opdracht: praten over het
       verhaal

    Vandaag
     Huiswerk:
    Programma:

    Slide 3 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 4 - Tekstslide

    Welke personages zijn hoofdpersonen en welke bijpersonen? Verzin zelf een ander hoofdpersoon uit een verhaal dat je kent. Verzin ook een bijpersonage.
    Noem één hoofdpersoon
    en één bijpersonage

    Slide 5 - Woordweb

    Bijvoorbeeld uit een (Disney-)film. Na het invullen de antwoorden groeperen in hoofd- en bijpersonages.
    Uiterlijk
    Opdracht 2: karakteriseren
    Gedrag
     Gedachten

    Slide 6 - Tekstslide

    Bespreken: wat verstaan we onder uitelijk, gedrag en gedachten?
    Oefenen: Karakteriseer jezelf:
    Schrijf uit elke categorie minstens één kenmerk op.
    timer
    10:00

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende week: SO H1.7 en H1.8
    Test jezelf: H1.7 en H1.8
    Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
      uitroepteken
    Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
    NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
     Open word

    • Maak een nieuw document
    • Naam: jenaam_PO fictie
     

    Slide 8 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende week: SO H1.7 en H1.8
    Test jezelf: H1.7 en H1.8
    Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
      uitroepteken
    Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
    NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
    Opdracht 1
    Beschrijf jezelf. Noem steeds drie of meer:

    • Uiterlijke kenmerken
    • Gedrag
    • Gedachtes
    • Karaktereigenschappen
    timer
    5:00

    Slide 9 - Tekstslide

    Dit kan straks worden aangevuld na het lezen van het verhaal.
    Je gaat naar een kort verhaal luisteren. Het verhaal duurt ongeveer 10 minuten.

    Groep 1: schrijf op wat je hoort over uiterlijk
    Groep 2: schrijf op wat je hoort over gedrag
    Groep 3: schrijf op wat je hoort over gedachtes

    De brief - deel 1
    Voorleesverhaal: de brief
    Klik hier om de tekst te downloaden

    Slide 10 - Tekstslide

    Na afloop: welke karaktereigenschappen bezit de hoofdpersoon?
    Kopieer hier wat je hebt getypt over Mel.
    Doe het zo:
    "Groep 1: Mel draagt een zwarte jas"

    Slide 11 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende week: SO H1.7 en H1.8
    Test jezelf: H1.7 en H1.8
    Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
      uitroepteken
    Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
    NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
    Opdracht 2
    Beschrijf Mel. Noem steeds drie of meer:

    • Uiterlijke kenmerken
    • Gedrag
    • Gedachtes
    • Karaktereigenschappen
    timer
    6:00
    Eerder klaar? Zoek een plaatje of maak een tekening van Mel.

    Slide 12 - Tekstslide

    Dit kan straks worden aangevuld na het lezen van het verhaal.

    • Mel vindt dat er veel vooroordelen zijn over daklozen. Welke vooroordelen zijn dat, denk je?
    • Mel wil de dakloze wel helpen. Heb jij ook wel eens iemand zomaar geholpen? Hoe was dat?
    • Mel neemt de man mee naar huis. Zou jij dat ook doen? Waarom wel of niet?
    • Hoe denk je dat het verhaal afloopt?


    timer
    10:00
    Bespreek met je buur:

    Slide 13 - Tekstslide

    Maak notities van jullie antwoorden.
    Volgende week: SO H1.7 en H1.8
    Test jezelf: H1.7 en H1.8
    Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
      uitroepteken
    Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
    NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
    Opdracht 3
    Werk jullie gesprekje uit. Wat was voor jou het belangrijkste? Typ het in minimaal 10 zinnen.

    timer
    8:00

    Slide 14 - Tekstslide

    Dit kan straks worden aangevuld na het lezen van het verhaal.
    Plaats hier het plaatje van jouw Mel!

    Slide 15 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende week: SO H1.7 en H1.8
    Test jezelf: H1.7 en H1.8
    Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
      uitroepteken
    Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
    NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
    Opdracht 4
    Lees samen de opdracht en typ de brief in je word document.

    timer
    15:00

    Slide 16 - Tekstslide

    Dit kan straks worden aangevuld na het lezen van het verhaal.
    Tot ziens!
    Dinsdag mee (voor feedback):
    Opdracht 1 t/m 4.

      Slide 17 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Literaire mindmap
      - Rustig tempo
      - Dynamiek
      - Spanning door tempowisselingen
      - Emotie
      - Goed verstaanbaar

      Slide 18 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Plaats hier het plaatje van jouw Mel!

      Slide 19 - Open vraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Vrijdag krijg je een les over creatief schrijven.

      Je gaat dan opdracht 4 maken.

      Voor opdracht 1 t/m 4 krijg je een cijfer (1x).
      Tot ziens!
      Huiswerk:
      Opdracht 1 t/m 3 meenemen.

        Slide 20 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

           Metafoor
        Beeldspraak
           Vergelijking

        Slide 21 - Tekstslide

        Metafoor: monster als metafoor voor Noor. Waarom een monster? Gemeen, lelijk, gevaarlijk. Ze vindt van zichzelf dat ze die eigenschappen heeft.

        Ander voorbeeld:
        Stel dat je moeder je kamer binnen komt, het stinkt en er liggen overal pizzaresten. Dan noemt ze je misschien een varken. Ze gebruikt een metafoor. Welke eigenschappen heb jij dan met een varken gemeen?

        Tips voor het uitleggen van vergelijking op blz. 76 in Kort.
        Daar komt de bruid. Haar jurk is zo wit als ...............................

        Slide 22 - Open vraag

        Leerlingen maken de zin af. Bedenk zelf dingen die wit zijn. Voorbeelden: sneeuw, ivoor, krijt, slagroomijs.
        Beeldspraak in het verhaal
        • - Haar glimlach liet al mijn alarmbellen afgaan.
        • - Ik had geen leven meer op het OPC.
        • - Ik zag het scenario al helemaal voor me.


        Slide 23 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        ................................................................. als een olifant.

        Slide 24 - Open vraag

        Eerst vragen: welke eigenschappen hebben olifanten?
        - groot
        - grijs
        - goed geheugen
        - luidruchtig?

        Verzin een vergelijking met als.

        Bijvoorbeeld: hij heeft een geheugen als een olifant.

        Al snel klaar? Verzin nog een vergelijking (vrij verzinnen).


        Opdracht 2a: beeldspraak gebruiken
        1. 1. Neem een persoon of dier in gedachte, bijvoorbeeld een familielid,
             een artiest, een karakter uit een film of boek of jezelf. Let op: het is 
             iemand van buiten school.
        2. 2. vul in wat je bijzonder, leuk, vervelend, indrukwekkend aan diegene
             vindt.

        Karaktereigenschap
        Vergelijking
        hardwerkend
        als een mier
        jaloers
        ze ziet groen van ....
        mooi
        als een zwaan

        Slide 25 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Opdracht 2b: beeldspraak gebruiken
        Schrijf een gedicht van minimaal 8 regels, waarin je een of meer vergelijkingen verwerkt. Gebruik het schema dat je hebt gemaakt.

        Klaar? Zet een passende titel boven je gedicht en maak er een foto (of schermafbeelding) van. Sla de afbeelding op in je onedrive.
        Tip!
        Een gedicht hoeft niet te rijmen!

        Slide 26 - Tekstslide

        Deze slide heeft geen instructies

        Plaats hier de foto van jouw gedicht!

        Slide 27 - Open vraag

        Deze slide heeft geen instructies

        Tot ziens!
        Huiswerk:

          Slide 28 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies