- Je weet wat een compliment is;
- Je weet waarom het goed is om complimenten te geven;
- Je weet hoe je een compliment geeft;
- Je weet welk soorten complimenten je kunt geven / krijgen;
- Je weet welke complimenten (minder) waardevol zijn;
- Je krijgt complimenten van je klasgenoten (en gaat met een
goed gevoel het paasweekend in).