Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Paragraaf 5: Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Cursus 5:
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Cursus 5:
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Introductie
: herhaling voegwoorden + lesdoel;
Instructie
: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord;
Evaluatie
: begrijpen wij de leerstof?
Oefening
: maken Cursus 5 §5;
Evaluatie
: huiswerk.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling voegwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het voegwoord?
Slide 4 - Open vraag
Wat zijn voegwoorden?
A
om / nu
B
want / toen
C
maar / en
D
maar / toen
Slide 5 - Quizvraag
Welk voegwoord kan je invullen op de lege plek?
Mijn oma wilde vroeger graag doorleren, ________ ze moest helpen in de huishouding.
A
want
B
maar
C
dus
D
daarom
Slide 6 - Quizvraag
Een dagje dierentuin met het hele gezin is ontzettend leuk, .... het is wel een aanslag op je portemonnee.
Welk voegwoord moet je op de puntjes invullen?
A
omdat
B
dus
C
maar
D
daarmee
Slide 7 - Quizvraag
Lesdoel
Ik kan persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in zinnen.
Wij
gaan met
mijn
hond naar huis.
pers. vnw
bez. vnw
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een persoon, dier of ding.
Ik
ga een weekend naar Londen;
Onze
hond poept altijd buiten, omdat
wij
hem
dat hebben aangeleerd.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Slide 11 - Open vraag
Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan van wie iets is;
Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Jullie
kat,
mijn
tafel,
zijn
vriendin,
haar
plant.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Slide 13 - Open vraag
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Slide 14 - Open vraag
Ik kan persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in zinnen.
-1
10
Slide 15 - Poll
Oefening
Je maakt:
Paragraaf 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord.
- Opdrachten 1 t/m 6 (blz. 210)
Klaar? EERST HUISWERK CONTROLEREN (ZIE MAGISTER VAN VANDAAG)
1. Lezen
2. Online oefenen
3. Eigen werk voor ander vak
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Vooruitblik
Volgende week: cursus 4 Taal.
Vrijdag 13 september: SO Cursus 5 §3 en §5!
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2D Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
2D Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
2D Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
BSR 16/01 2k Grammatica WS 5 Pers en bez. vnw
Januari 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 15/01 2t Grammatica WS 5 Pers en bez. vnw
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Cursus 5: §3+5 - voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Februari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
BSR 17/01 2t Grammatica WS 7 Aanw. vnw
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Grammatica WS 7 Aanw. vnw
April 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2