8.4 & 8.5 combi -2021

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Start geen nieuwe vergadering

Accepteer 

in LessonUp c

deze les. Als het c
kan op een 2e device.

Welkom   wiskunde!

Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed
in.

Wat gaan we doen?

●  Wat ga je leren?

●  Uitleg: 8.4 & 8.5

●  zelfstandig werken

bij

We gaan zo starten.

Pak je wiskundespullen.

Terugblik

• Hoeveel uur zit er in een dag?
  
• 24 uur
• Hoeveel uur zit er in 5 dagen?
• 5 x 24 = 120 uur
• Hoeveel minuten is 3,5 uur?
• 3,5 x 60 = 210 minuten
• Hoeveel uur en minuten is 3,15 uur?
• 3 uur en (0,15 x 60 =) 9 minuten
• Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
• Hoeveel uur is 6 uur en 15 minuten? Antwoord is decimaal getal.
• Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Antwoord is decimaal getal.

Terugblik

• Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
  
• 62,45 : 24 = 2,602... Dus 2 hele dagen (48 uur).
  Dan hou je 62,45 - 48 =14, 45 uur over.
  62, 45 uur = 2 dagen, 14 uur en (0,45 x 60=) 27 minuten
• Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Rond af op 2 decimalen.
  
• 45 dagen = 45 : 365 = 0,123... jaar
  3 + 0,123... = 3,123... jaar in totaal
  Dus 3 jaar en 45 dagen = 3, 12 jaar.

Wat ga je leren?

Je kunt de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
wanneer je een afstand en een tijd gegeven krijgt.

Je kent het schema om de snelheid om te rekenen
 van km/uur naar m/s, en andersom.
 En je kunt dit toepassen.

H7: Oppervlakte en inhoud

VK 2D en 3D

1. Eenheden omrekenen

2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud

5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen

VK Machten

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

H2: Meetkunde

VK Rekenen en Pythagoras

4. Aanzichten

8.4: Eenheden van snelheid

Leontien fietst 5 meter per seconde.

Als je wilt uitrekenen hoeveel km/uur dat is, dan maak je onderstaande tabel.

Snelheid Leontien

300  m        

18 000 m

18 000 m = 18 km

Dus 5 m/s = 18 km/uur

8.4: Eenheden van snelheid

Dit kan sneller. 

Je deed een getal x60, x60 en daarna :1000. 

Als je dit in 1 stap doet, dan doe je x3,6.

Hieruit volgt dit omrekenschema.

Dus van m/s naar km/uur doe je x 3, 6.

Van km/uur naar m/s doe je : 3,6.

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

• 33 m/s = ...... km/uur
• 50 km/uur = ...... m/s

1x60 = 60

60 x 60 = 3 600

3 600 : 1 000 = 3,6

Dus je hebt uiteindelijk 

1 x 3,6 gedaan

8.4: Eenheden van snelheid

Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:

• 35 m/s = ...... km/uur
• 35 x 3,6 = 126 
  Dus 35 m/s = 126 km/uur
• 50 km/uur = ...... m/s
• 50 : 3,6 = 13,888...
  Dus 50 km/uur        13,9 m/s

≈

Wat was zijn snelheid in km/uur? En in m/s?

Snelste marathon

De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 

1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min

afstand	42,295 km	0,353... km	21,206...km
tijd	119,6... min	1 min	1 uur

:119,6...

:119,6...

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur

21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s

Dus ongeveer 5,9 m/s

x60...

x60...

Wat ga je leren?

Je weet wat een verhouding is.

Je weet wat een verhoudingstabel is.

Je kunt een verhouding omrekenen

naar een percentage. (met verhoudingstabel)

H7: Oppervlakte en inhoud

VK 2D en 3D

1. Eenheden omrekenen

2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud

5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen

VK Machten

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

H2: Meetkunde

VK Rekenen en Pythagoras

4. Aanzichten

8.5: Verhoudingen

Bekijk de volgende 2 filmpjes.

In het eerste filmpje worden de vragen beantwoord: wat is een verhouding? en hoe maak ik een verhoudingstabel?

In het tweede filmpje wordt de verhoudingstabel verder uitgewerkt. Hier zit de overstap naar de opgaven uit het boek in.

01:17-01:20

GEODRIEHOEK MENEER!

01:30-01:33

Zet het woord 'totaal' er ook voor.

01:50-01:53

Pijltjes met x2!

02:30

Aanvulling

Eerst naar 20 liter is mogelijk, maar hij had ook eerst naar 1 liter kunnen gaan en daarna naar de gevraagde 2 liter.

Dan deel je eerst alles door 5,

daarna vermenigvuldig je alles met 2.

Klik op het pijltje onder het filmpje en het filmpje gaat weer door.

Aanvulling

Bij de scooter had hij ook gelijk alles x 400 kunnen doen, zodat hij direct op het goede antwoord uit kwam.

8.5: Verhoudingen

Als je in een verhoudingstabel naar de verhouding in procenten wilt gaan, 

dan zet je bij totaal 100 neer. Immers 100% is altijd het totaal.

Voorbeeld van de scooters op de volgende slide.

8.5: Verhoudingen

     Scooters

L	3	0,5	50
J	2	0,333...	33,333...
K	1	0,1666...	16,666...
totaal	6	1	100

:6

:6

x100

x100

Dus Loes betaald 50% van de kosten, Joke 33,3% en 

Kelly 16,7%

Wat heb je deze les geleerd?

• Eenheden van snelheid
• Je hebt gezien wat we in de wiskunde met een verhouding bedoelen.
• Je hebt gezien wat een verhoudingstabel is en hoe je hiermee kunt rekenen.
• Je hebt geleerd hoe je om moet rekenen naar percentages met een verhoudingstabel.

Huiswerk week 12

Maken van H8:

Paragraaf 8.4 theorie F volgens van jouw leerroute

Paragraaf 8.5 theorie G volgens van jouw leerroute

Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H2,  H7 en H8 tot nu toe.

Testopgaven: 

F -> blz. 130

G -> blz. 136

Welk leerpunt neem jij mee uit deze les?

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.