summer energy-quiz 2023

Summer energy-quiz 2023
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Summer energy-quiz 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Argumentatiestructuur
Voor- en nadelenstructuur
Aspectenstructuur

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel activeren
Tekstdoel instrueren
Een nieuwsbericht over een schietpartij.
Recensie over mijn gelezen boek

Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

informerende tekst
overtuigende tekst
beschouwende tekst

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat stond er op het bordje naast de deur?

Slide 7 - Open vraag

10 seconden
Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

Slide 8 - Open vraag

15 seconden
De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstructuur van een tekst: zet de functies bij het juiste deel
Inleiding
Kern
Slot
Belangstelling wekken
Het onderwerp introduceren
Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd
Aanleiding noemen
De lezer of luisteraar welwillend stemmen
Uitwerking van de deelonderwerpen
De belangrijkste informatie samenvatten
Een conclusie trekken
Een aanbeveling doen
Een afweging maken
Een oproep doen
Een uitsmijter noemen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft deze alinea?
A
Aanleiding noemen
B
Centrale vraag stellen
C
Onderwerp noemen
D
Een persoon introduceren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Andre Hazes beweerde dat de aandacht van vrouwen hem niets deed, maar volgens mij vond hij deze aandacht stiekem juist heel erg leuk.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe noem je dit argumentatieschema?
A
enkelvoudige argumentatie
B
enkelvoudige onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkend onafhankelijke argumentatie argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.
Welk land is uit de Europese Unie gestapt?
A
Turkije
B
Ierland
C
Verenigd Koninkrijk
D
Portugal

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga
  niet meer stemmen.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord kan voor -kade en achter ijs-?
A
Punt
B
Blok
C
Streep
D
Raket

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een drogreden was een cirkelredenering? Welke optie hieronder is een cirkelredenering?
A
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het risico's geeft
B
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat je niet alles op tijd kunt zien aankomen
C
Te snel rijden is gevaarlijk. Mijn oom heeft zo een ongeluk gemaakt.
D
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het milieu onvriendelijk is

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk Europees land wordt het meeste bier gedronken?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Duitsland

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?
Ik denk niet dat de prijzen van concertkaartjes veel zullen stijgen, want de prijzen voor theater- en bioscoopkaartjes zijn ook al jaren gelijk gebleven.
A
Autoriteit
B
Een voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts.
Welk soort argumentatieschema is dit?
Een argumentatieschema op basis van ...

A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is juist gespeld?
A
biekienietje
B
bikinietje
C
bikini-tje
D
bikini'tje

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe citeer je?
A
Ik noteer de laatste twee woorden van de tekst Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
B
Ik noteer de eerste twee woorden van de tekst ik zet het citaat tussen aanhalingstekens Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
C
Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) ik zet het citaat tussen aanhalingsteksten Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
D
Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet geen regelnummer(s) achter het citaat

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad het liedje !

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk liedje hoor je?
A
Blauwe dag
B
Als het avond is
C
De overkant
D
Weg van jou

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk liedje hoor je?
A
Schultenbräu
B
Ich bin wie du
C
Atemlos
D
Atem in der Nacht

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk liedje hoor je?
A
Door de wolken kwam de zon
B
Zoutelande
C
Summerlove
D
Mijn Zomerliefde

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze functiewoorden past het best bij de functie van deze alinea's?
(je kunt erop klikken)
A
nuancering
B
definitie
C
weerlegging
D
anekdote

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welke zin staat een nuancering?
A
Je ben niet meteen verslaafd als je één sigaret hebt gerookt.
B
Roken is nog veel schadelijker dan mensen denken.
C
Bovendien stinken mensen die roken uit hun mond.
D
Heb je er wel eens aan gedacht wat roken doet met je witte muren?

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies