Les 3, deel 1/3: Genetische modificatie bij dieren

Les 3: Genetische modificatie bij dieren
DEEL 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Genetische modificatie bij dieren
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over DNA, genen en
       genetische manipulatie bij planten;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA en genen
De een heeft bruine ogen, bij de ander zijn ze blauw. Je kunt met je tong een rolletje maken, of je kunt het juist niet! Dat, en nog heel veel andere eigenschappen, heeft allemaal te maken met je DNA en je genen.

In de volgende slide kun je invullen wat je daar al over weet.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
DNA en genen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje wordt uitgelegd wat DNA is en wat er gebeurt als dit wordt aangepast.

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Wat voor informatie wordt bewaard in DNA en genen?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

In DNA en genen wordt informatie over allerlei eigenschappen van een mens, dier of plant bewaard. Dit kan over het uiterlijk gaan, zoals de bruine vacht van een hond, maar ook bijvoorbeeld over weerstand, zoals het niet kunnen krijgen van bepaalde ziektes.


Genetische manipulatie bij planten is dus heel nuttig om bijvoorbeeld te voorkomen dat de aardappelziekte een probleem wordt!
Maar welke nadelen kun je bedenken van genetische manipulatie?

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

modificeren
het gen
bestand zijn tegen
resistent
op de markt brengen
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: resistent
Betekenis: niet gevoelig voor
Voorbeeldzin: Sommige mensen raken resistent tegen antibiotica, omdat ze die te vaak hebben ingenomen. Het gevolg is dat dit medicijn niet meer helpt.
4
Woord: modificeren
Betekenis: veranderen, aanpassen
Voorbeeldzin: Voedingsmiddelen worden gemodificeerd om ze langer houdbaar te maken.
1
Woord: het gen
Betekenis: het deeltje in de cel dat erfelijke eigenschappen bevat
Voorbeeldzin: De kleur van je ogen, je haar, of je goed kunt sporten, intelligent bent of vrolijk van aard, het zit allemaal in je genen.
2
Woord: bestand zijn tegen
Betekenis: ertegen kunnen
Voorbeeldzin: Als ik een regenpak draag ben ik bestand tegen de regen.
3
Woord: op de markt brengen
Betekenis: voor het eerst gaan verkopen
Voorbeeldzin: Ieder jaar brengen ze nieuwe soorten snoep op de markt.
5
Klik op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • modificeren
  • het gen
  • op de markt brengen

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

  de critici
onverantwoord
concurreren
de antibiotica
efficiënt
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: efficiënt
Betekenis: met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk bereiken
Voorbeeldzin: Als je veel huiswerk hebt, moet je je tijd efficiënt indelen, anders krijg je niet alles af.
6
Woord: de antibiotica
Betekenis: de medicijnen tegen bacteriën
Voorbeeldzin: Als je een bacteriële infectie hebt, schrijft de dokter vaak antibiotica voor.
7
Woord: de critici
Betekenis: de mensen die kritiek geven (e.v.= de criticus)
Voorbeeldzin: De critici hadden de film als slecht beoordeeld.
8
Woord: onverantwoord
Betekenis: dom en met een groot risico
Voorbeeldzin: Het is onverantwoord om zonder jas de hele middag buiten te spelen als het vriest.
9
Woord: concurreren
Betekenis: proberen iets of iemand te verslaan
Voorbeeldzin: De scholen waren met elkaar aan het concurreren tijdens het schoolvoetbaltoernooi. Ze wilden allebei winnen.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
op de markt brengen
bestand zijn tegen
modificeren
onverantwoord
de antibiotica
resistent
het gen
concurreren
de critici
efficiënt

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
DNA, genen en genetische manipulatie
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel 2
gaat lezen, gaat over
het genetisch
modificeren van dieren.
In de volgende slide kun
je invullen wat 
je daar al over weet.

Tip: kijk nog even op slide 10 naar de betekenis van modificeren!
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over genetische modificatie bij dieren? (modificatie heeft met modificeren te maken!)
genetische modificatie bij dieren
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
jij al

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les. Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies