Dif week 14 grammatica woordsoorten

Differentiatie-uur
Nederlands

Grammatica woordsoorten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Differentiatie-uur
Nederlands

Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
werkwoorden
zelfstandig naamwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
lidwoorden
voorzetsels
persoonlijk voornaamwoorden
havo/vwo: zelfstandig en hulpwerkwoorden 

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een werkwoord.

Slide 3 - Open vraag

werkwoorden
Een werkwoord kan in verschillende vormen in je zin terugkomen:

brengen > infinitief (hele werkwoord)
bracht > verleden tijd
gebracht > voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

lidwoorden
de, het, een

Let op: 'een' en niet 'één'
'het' van 'het huis' is wel een lidwoord, 'het' van 'het regent' niet

Slide 5 - Tekstslide

zelfstandig naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord gebruik je voor:

mensen en eigennamen (man, Jan)
dieren (olifant, muizen)
dingen (tafel, regenpijp)

Slide 6 - Tekstslide

'Zaterdagavond hebben mijn broertje en ik televisie gekeken.'
Benoem de werkwoorden, lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Slide 7 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoorden
Deze zeggen iets over een zelfstandig naamwoord.

De nieuwe Netflix-serie. 
znw (zelfstandig naamwoord): Netflix-serie
bnw (bijvoeglijk naamwoord): nieuwe

Het bnw kan voor een znw staan, maar ook erna. 

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb een appel gegeten.

Voeg zelf een bijvoeglijk naamwoord toe aan deze zin.

Slide 9 - Open vraag

Benoem de werkwoorden, lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden.

Het grote huis staat al lange tijd leeg.

Slide 10 - Open vraag

Oefenen! 
havo/vwo: SOM > Op Niveau > Bijspijkeren > Grammatica > 3.5 > opdr. 2, 3 en 6

mavo/havo: SOM > Op Niveau > Bijspijkeren > Grammatica > 3.4 > opdr. 1, 3 en 7

Slide 11 - Tekstslide