Burgerschap Thema 5: Veiligheid Les 2: Geweld

• Burgerschap
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Burgerschap

Thema 5: Veiligheid

Les 2: Geweld

lesdoel

aan het einde van de les:

- Je leert welke gevolgen geweld kan hebben. 

- Je leert wat met lichamelijk en psychisch geweld wordt bedoeld. 

Welke vormen van geweld ken jij?

geweld

In elke samenleving komt geweld voor. Denk bijvoorbeeld aan vechtpartijen of vernieling. 

gevolg van geweld

Geweld kost de samenleving veel geld. Als er bijvoorbeeld een bushokje vernield wordt, kost het geld om dat bushokje te vervangen. Maar ook de maatregelen om geweld te voorkomen kosten geld, zoals de aanwezigheid van politie bij een voetbalwedstrijd. 

Als je slachtoffer of getuige bent geweest van geweld, kun je daar een onveilig gevoel aan overhouden. Zo voel je je misschien minder veilig op school na een vechtpartij tussen klasgenoten. 

lichamelijk en psychisch geweld

Een vechtpartij of mishandeling kan ertoe leiden dat je gewond raakt. Wanneer iemand gewond kan raken, is er sprake van lichamelijk geweld. 

Geweld kan ook psychisch zijn. Bij psychisch geweld wordt er iemand bedreigd, gekwetst of vernederd. Het is vaak minder zichtbaar voor de omgeving van het slachtoffer. Iemand kan bijvoorbeeld in de klas erg gepest worden, zonder dat de leraar het door heeft

Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende sheet. 

vragen bij de tekst

• Noem een voorbeeld van lichamelijk geweld uit de tekst. 
• Noem een voorbeeld van psychisch geweld uit de tekst.
• Welk gevolg had het geweld voor Ted?
• Waarom vond Ted het moeilijk om hulp te vragen?
• Stel dat een vriend van jou met huiselijk geweld te maken zou hebben. Wat zou jij dan doen?

Stelling:

Iemand die te maken heeft gehad met mishandeling heeft daar zijn / haar hele leven lang last van. 

Stelling: 

Als iemand mishandeld wordt, is dat vaak zijn eigen schuld. 

Lesdoel bereikt?

jij weet nu:

- welke gevolgen geweld kan hebben.

- wat met lichamelijk en psychisch geweld wordt bedoeld. 

opdracht

Opdracht 3 en opdracht 4 in je werkboek op blz 173.