Evaluatiecriteria

Evaluatiecriteria
Module Ondersteuningsplan
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Evaluatiecriteria
Module Ondersteuningsplan

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
  • De student formuleert passende product- en procesevaluatievragen.
  • De student benoemt verschillende evaluatiemethoden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Evalueren
Evalueren is het verzamelen van informatie over een resultaat of proces, met als doel het te waarderen en er conclusies uit te trekken voor een volgende keer.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer evalueren?
  • Tussentijdse evaluatie
  • Eindevaluatie (als het proces is afgerond)

 In het OP wordt om evaluatiemoment gevraagd; wees concreet! 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom evalueren?

Slide 8 - Open vraag

Je kunt de uitkomsten van je evaluatie gebruiken om:

efficiënter te werken
een handeling of activiteit de volgende keer beter te laten verlopen
verantwoording af te leggen van je handelen
een doelstelling bij te stellen
te beoordelen of te selecteren
vast te stellen of je plan werkte zoals je verwachtte
vast te stellen of je jouw doelen ook echt bereikt hebt
tijdens het werk te checken of het loopt zoals je bedacht had.
Je kunt de uitkomsten van je evaluatie gebruiken om:


  • Efficiënter te werken
  • Een handeling of activiteit de volgende keer beter te laten verlopen
  • Verantwoording af te leggen van je handelen
  • Een doelstelling bij te stellen te beoordelen of te selecteren
  • Vast te stellen of je plan werkte zoals je verwachtte
  • Vast te stellen of je jouw doelen ook echt bereikt hebt
  • Tijdens het werk te checken of het loopt zoals je bedacht had.

Slide 9 - Tekstslide

Product- en procesvragen

Slide 10 - Tekstslide

Product
Gaat om het eindresultaat; is het doel bereikt?


Als het doel van je cliënt is: “Twee keer per week heb ik telefonisch contact met mijn zus” dan is de productvraag:
Heeft cliënt X twee keer per week telefonisch contact gehad met zijn zus?


Slide 11 - Tekstslide

Proces
Bij procesvragen kijk je terug op het proces, de manier waarop iets verlopen is.

Hoe verliep het gesprek tussen cliënt X en zijn zus?
Was er voldoende tijd voor de telefonische gesprekken?
Zijn de gesprekken nabesproken met de begeleiding?
Heeft cliënt X zich aan de vooraf gemaakte afspraken gehouden?
Waren er onverwachte situaties? Hoe is hiermee omgegaan?

  Tip: in 'Methodisch begeleiden' hoofdstuk 6 veel meer voorbeelden van procesvragen

Slide 12 - Tekstslide

student
doel
proces
Wat zijn mogelijke evaluatievragen?

Slide 13 - Tekstslide

Oefening
Proces- of productvraag?
In de volgende dia zie je 7 vragen.
Schrijf voor jezelf op: is het een procesvraag of een productvraag?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Productvraag
Procesvraag
Procesvraag
Proces-/productvraag
Procesvraag
Procesvraag
Productvraag

Slide 16 - Tekstslide

In je O.P.!
Per doel omschrijf je dus;
- Evaluatiemoment
- Evaluatiemethode
- Productvraag
- Procesvragen

Slide 17 - Tekstslide

Tip!
Je wilt altijd weten of de cliënt tevreden is over de geboden ondersteuning. Formuleer hier een procesvraag over dan vergeet je dit niet.

Slide 18 - Tekstslide

Evaluatiemethoden

Slide 19 - Tekstslide

Tip!

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Stel je ondersteuningsplan bij n.a.v. de feedback
Vul je ondersteuningsplan verder aan op basis van de informatie van vandaag
Lees hoofdstuk 6 van het boek methodisch begeleiden
Maak in Boom opdracht 4: 'product- en procesevaluatie' 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Ik begrijp het verschil tussen product- en procesevaluatievragen
Ja, duidelijk!
Nee, vertel me meer!

Slide 23 - Poll

Was voorgaande vraag een productevaluatievraag of procesevaluatievraag?
Product!
Proces!

Slide 24 - Poll

Ik kon mij tijdens de les goed concentreren.
Ja
Ging wel
Nee
Is het al weekend?

Slide 25 - Poll

Was voorgaande vraag een productevaluatievraag of procesevaluatievraag?
Product!
Proces!

Slide 26 - Poll

Meer lezen?
Methodisch begeleiden
hoofdstuk 6

Slide 27 - Tekstslide