5.2. De koloniale tijd in Nederlands-Indië

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


5.2. De koloniale tijd in Nederlands-Indië
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


5.2. De koloniale tijd in Nederlands-Indië

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Je kunt uitleggen hoe Nederlands-Indië een kolonie van Nederland werd.

  • Je kunt uitleggen hoe Nederland omging met Nederlands-Indië.

  • Je kunt de nationalistische beweging in Nederlands-Indië beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij van Nederlands-Indië
oftewel Indonesië

Slide 3 - Woordweb

1799: Einde VOC
  • Engeland krijgt steeds sterkere vloot

  • Minder vraag naar producten van de VOC.

  • Vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784).

  • Slecht bestuur en corruptie.

Slide 4 - Tekstslide

Het 'arme' Nederland
  • Franse bezetting (1795-1813)

  • Java in Engelse handen

  • Nederlandse vloot ouderwets en kan concurrentie met andere landen niet meer aan.

  • Java-oorlogen (1825-1830) kosten veel geld

Slide 5 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I).

  • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures).

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel?

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen.

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 9 - Tekstslide

Bestuur tijdens het cultuurstelsel
  • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact.

  • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij).
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten

Slide 10 - Tekstslide

🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
  • Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland: het batig slot.

  • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten.

Slide 12 - Tekstslide

Positieve gevolgen voor Java

  • Verbetering van de infrastructuur op het eiland.

  • Ontstaan van een geldeconomie.

Slide 13 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java
  • Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten).

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten.

  • Plantloon is laag, dus veel armoede.

Slide 14 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java

  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt.

  • Hongersnoden.

Slide 15 - Tekstslide



Welke producten werden in
het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 16 - Quizvraag


Hoe groot was het percentage dat
de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 17 - Quizvraag



Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM

Slide 18 - Quizvraag



Met welk doel is het cultuurstelsel ingevoerd?

Slide 19 - Open vraag



Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 20 - Quizvraag


Noem één positief gevolg van het
cultuurstelsel voor de Javaanse boeren

Slide 21 - Open vraag


Noem twee negatieve gevolgen
van het cultuurstelsel voor de Javaanse boeren

Slide 22 - Open vraag



Welke combinatie is juist?
A
Boeren - plantloon Regenten - cultuurprocenten
B
Boeren - cultuurprocenten Residenten - plantloon
C
Regenten - plantloon Residenten - cultuurprocenten
D
Boeren - plantloon Residenten - cultuurprocenten

Slide 23 - Quizvraag



Op welke manier gingen de Nederlanders
met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 24 - Quizvraag

Kritiek op het cultuurstelsel

Slide 25 - Tekstslide

Liberalen in Nederland aan de macht (1848)
  • Cultuurstelsel wordt uitvoerd door de NHM, een staatsbedrijf. 

  • Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.

  • Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten

Slide 26 - Tekstslide

Vanuit het bestuur


Liberalen willen persoonlijke vrijheid: het cultuurstelsel lijkt op slavernij en dwangarbeid.

Slide 27 - Tekstslide

Max Havelaar
  • Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij.

  • Boek van Multatuli (Latijn voor: 'ik heb veel leed gedragen'), pseudoniem van Eduard Douwes Dekker.

  • Belangrijkste protest tegen het cultuurstelsel.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Werken op de plantages
    • Plantages hebben arbeiders nodig

    • Vaak te weinig arbeiders (gebieden dunbevolkt)

    • Arbeiders worden voornamelijk uit China gehaald

    • Deze contractarbeiders worden koelies genoemd

    Slide 30 - Tekstslide

    Behandeling van de koelies
    • Werken keihard voor een laag loon.

    • Koelies worden zeer slecht behandeld (lijfstraffen).

    • Opstanden worden keihard neergeslagen.

    Slide 31 - Tekstslide

    Groep theepluksters op Sumatra. Foto gemaakt rond 1910.

    Welk antwoord is juist?
    A
    Deze vrouwen zijn slaven, ze krijgen niet betaald voor hun werk.
    B
    Deze vrouwen doen herendiensten, hiervoor krijgen ze niet betaald.
    C
    Deze vrouwen krijgen betaald voor hun werk.

    Slide 32 - Quizvraag

    Vanaf 1870: Nederland breidt zijn macht uit
    • Grote vraag naar grondstoffen uit Nederlands-Indië (olie, tin, rubber).

    • Bouw van het Suez-kanaal zorgt voor goede én veel kortere route naar Nederlands-Indië.

    • Modern-imperialisme: uitbreiding van het aantal kolonies door Europese landen.

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Tekstslide

    Nederlands Imperialisme (1)
    • Nederlandse versie van het modern imperialisme.

    • Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) beschermt plantage-eigenaren.

    • Begint met de harde acties na aanval op KNIL (1894: Lombok).

    Slide 35 - Tekstslide

    Nederlands Imperialisme 


    • Conflict met Atjeh (op het eiland Sumatra) wordt erger (1873-1904).

    • In 1910: heel Nederlands-Indië in bezit van Nederland.

    Slide 36 - Tekstslide

    Johannes van Heutsz

    • Generaal-Majoor die de oorlog in Atjeh won voor Nederland:  waakzaamheid en bewegelijkheid.

    • Tussen 1904 en 1909 Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië.

    • Zorgde ervoor dat steeds meer vorsten zich gingen onderwerpen aan het Nederlandse gezag.

    Slide 37 - Tekstslide



    Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
    A
    Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
    B
    Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
    C
    Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
    D
    Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.

    Slide 38 - Quizvraag



    Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
    A
    Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
    B
    Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
    C
    Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd

    Slide 39 - Quizvraag



    Na de afschaffing van het Cultuurstelsel kwamen er meer particuliere ondernemingen in Indonesië. Op deze ondernemingen ontstond een tekort aan arbeidskrachten.
    Op welke wijze werd dat tekort aan arbeidskrachten opgelost?
    A
    Door het aannemen van blanke Europeanen
    B
    Door het inhuren van contractarbeiders
    C
    Door het kopen van slaven

    Slide 40 - Quizvraag



    Rond 1870 vestigden steeds meer zelfstandige ondernemers zich in Indonesië.

    Zij hielden zich vooral bezig met:
    A
    landbouw en industrie
    B
    landbouw en mijnbouw
    C
    mijnbouw en industrie

    Slide 41 - Quizvraag


    Nederland wilde vanaf 1870 in steeds meer gebieden in Indonesië de macht hebben.
    Is de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?

    Er kwam oorlog met een aantal inheemse vorsten.


    A
    Oorzaak
    B
    Gevolg

    Slide 42 - Quizvraag

    Slide 43 - Tekstslide

    Ethische politiek
    • Ontstaat rond 1900 in Nederland.

    • Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld).

    • Beschaving en cultuur bij brengen.

    Slide 44 - Tekstslide

    De Ethische politiek bestond uit:
    • Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië.

    • Irregatie aanleggen voor betere oogsten.

    • Emigratie bevorderen van dichtbevolkte naar dunbevolkte gebieden.

    • Verbetering gezondheidszorg.

    Slide 45 - Tekstslide

    De gevolgen van beter onderwijs
    • Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;

    • ..en leren daar over vrijheid en democratie.

    • Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië.

    • Let op: Ook in andere kolonies ontstaat nationalisme.

    Slide 46 - Tekstslide

    In India, een Britse kolonie, leidde Mahatma Gandhi de onafhankelijkheidsstrijd van de nationalisten. 
    Voor de nationalisten in Indonesië een groot voorbeeld voor hun strijd.

    Slide 47 - Tekstslide

    Hoe gaat Nederland om met het opkomend nationalisme?
    • Gematigde nationalisten mogen meepraten in de Volksraad (1918).

    • Voorlopig geen onafhankelijkheid (“Duurt nog wel een paar honderd jaar.”).

    • Volksraad stelt niet veel voor: mag alleen advies geven aan de regering.

    Slide 48 - Tekstslide

    Leerdoelen
    Aan het eind van deze les...

    • Je kunt uitleggen hoe Nederlands-Indië een kolonie van Nederland werd.

    • Je kunt uitleggen hoe Nederland omging met Nederlands-Indië.

    • Je kunt de nationalistische beweging in Nederlands-Indië beschrijven.

    Slide 49 - Tekstslide