§3.2 Klimaat en landschap
1 / 33
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen stereotype en geografisch beeld?
A
Stereotype is een mening, geografisch beeld feiten
B
Stereotype is een feit, geografisch beeld mening
C
Geografisch beeld verandert, stereotype niet
Slide 3 - Quizvraag
Perceptie is de manier waarop je de werkelijkheid ervaart en inkleurt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
wat is een Stereotype?
A
Je mening geven zonder na te denken
B
Hoe je naar anderen kijkt
C
Je mening over verschillende groepen
D
Een overdreven beeld van een groep mensen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
2 beweringen:
1. Stijgingsregens komen vooral bij een gebergte voor
2. Stuwingsregens komen voor aan de loefzijde van een gebergte
1. Stijgingsregens komen vooral bij een gebergte voor
2. Stuwingsregens komen voor aan de loefzijde van een gebergte
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Geografische ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar wordt 'breedteligging' genoemd
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
2 beweringen:
1. Het equatoriale minimum is gelijk aan de ITCZ
2. Bij een subtropisch maximum is er geen sprake van neerslag
1. Het equatoriale minimum is gelijk aan de ITCZ
2. Bij een subtropisch maximum is er geen sprake van neerslag
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
