1.2: De Grote Oorlog

1.2 De Grote Oorlog
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 De Grote Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond
  • Je weet hoe de oorlog begon
  • Je weet hoe de oorlog verliep in het oosten
  • Je weet hoe de oorlog verliep in het westen

Slide 3 - Tekstslide

  1. Welke landen herken je?
2. Op wat voor manier is het begrip nationalisme verbonden met de afbeelding?

Slide 4 - Tekstslide

De Grote Oorlog (Nu WOI)
1914-1918

Waarom noemde men het vroeger de Grote Oorlog?

Slide 5 - Tekstslide

Tussen wie ging de strijd?
Geallieerden: Groot Brittanië, Frankrijk, Rusland (Later ook Italië en de VS)

Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije (Later ook het Ottomaanse Rijk)


Wereldoorlog omdat veel volken in een groot deel van de wereld meededen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken WOI
  1. Frans-Duitse Oorlog
  2. Bondgenootschappen
  3. Nationalisme
  4. Militarisme
  5. Wapenwedloop

Slide 8 - Tekstslide

1. Frans-Duitse Oorlog
  • 1870-1871: Duitsland en Frankrijk in oorlog
  • Conflict over troonopvolging in Spanje
  • Echte reden: Bismarck zag een oorlog als een middel om Duitsland te verenigen
  • Duitsland werd in 1871 uitgeroepen in Parijs
  • Een nieuw land, wat het evenwicht in Europa verstoorden

Slide 9 - Tekstslide

Frankrijk wil wraak

Slide 10 - Tekstslide

2. Bondgenootschappen
Na de Frans Duitse oorlog werden er verbonden gesloten.
Beloften op elkaar te helpen wanneer er oorlog zou komen.
Frankrijk en Rusland zouden elkaar helpen als Duitsland 1 van de 2 aanviel.
Duitsland had een verbond met Oostenrijk-Hongarije.
Gevolg: Als 1 land de oorlog zou verklaren, zou er in heel Europa oorlog zijn

Slide 11 - Tekstslide

3. Nationalisme
Nationalisme is de trots op het eigen land en volk
In de 19e eeuw kwam daarbij dat landen andere volken als minder gingen afschilderen.
Het eigen volk moest verenigd worden in 1 land.
Spanningen over grenzen en uitbreidingen van landen.
Nationalisme is een trend die je in heel Europa zag.

Slide 12 - Tekstslide

4. Militarisme

Men zag oorlog als een middel om de eigen natie te versterken
Het leger werd verheerlijkt
Militaire waarden stonden hoog in het aanzien

Mensen hadden eigenlijk wel zin in een oorlog. Een korte oorlog dan wel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

5. Wapenwedloop
Het militarisme en nationalisme leidde tot een wapenwedloop
Race om het sterkst bewapend te zijn
Nieuwe wapens geïntroduceerd als machinegeweren, tanks en gifgas
De oude manier van oorlogsvoering was afgelopen en de oorlog zou hierdoor ook lang gaan duren.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aanleiding (directe oorzaak): Moord aanslag op Franz Ferdinand, kroonprins van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo 1914

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aanslag
Gavrilo Princip
Servische separatisten
Aanleiding voor WOI

Hierna viel alles als een kaartenhuis in elkaar

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 24 - Quizvraag

Indirecte oorzaken Eerste Wereldoorlog 
Aanleiding (directe oorzaak) Eerste Wereldoorlog
Nationalisme 
Wapenwedloop
Militarisme 
Moord op kroonprins Frans-Ferdinand 
Bondgenootschappen
Frans-Duitse oorlog 

Slide 25 - Sleepvraag

Waarom was de moordaanslag op Franz Ferdinand de aanleiding?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video