Taalverzorging
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Slide 2 - Open vraag
Geef 5
zelfstandig naamwoorden.
zelfstandig naamwoorden.
Slide 3 - Woordweb
Geef alle zn's uit de zin:
De site van onze school was gehackt.
De site van onze school was gehackt.
Slide 4 - Open vraag
Geef alle zn's uit de zin:
In het kasteel in Hoensbroek deden de scouts een historische speurtocht.
In het kasteel in Hoensbroek deden de scouts een historische speurtocht.
Slide 5 - Open vraag
Geef alle zn's uit de zin:
Wij gaan elke winter een lang weekend skiën in Winterberg.
Wij gaan elke winter een lang weekend skiën in Winterberg.
Slide 6 - Open vraag
Geef alle zn's uit de zin:
Ik kreeg op mijn verjaardag een heel lief kaartje van mijn oma.
Ik kreeg op mijn verjaardag een heel lief kaartje van mijn oma.
Slide 7 - Open vraag
Geef alle zn's uit de zin:
Netflix zendt vanavond een extra aflevering uit van de serie Arrow.
Netflix zendt vanavond een extra aflevering uit van de serie Arrow.
Slide 8 - Open vraag
Geef alle zn's uit de zin:
Carola heeft meer dan duizend foto's op haar digitale camera staan.
Carola heeft meer dan duizend foto's op haar digitale camera staan.
Slide 9 - Open vraag
Wat is een lidwoord?
A
de
B
het
C
een
D
all of the above
Slide 10 - Quizvraag
Maak met de volgende woorden een zin:
geld - kantine - uitgeven
geld - kantine - uitgeven
Slide 11 - Open vraag
Maak met de volgende woorden een zin:
afspreken - bioscoop - Kim
afspreken - bioscoop - Kim
Slide 12 - Open vraag
Maak met de volgende woorden een zin:
deur - directeur - openhouden
deur - directeur - openhouden
Slide 13 - Open vraag
Maak met de volgende woorden een zin:
dans - voordoen
dans - voordoen
