Basis theorie-deel 2-Kunst Drama

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst, DramaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN


aan het einde van deze les heb je dit bereikt:

- Je begrijpt de basistheorie deel 2 van drama 
- Je kunt de genoemde begrippen beter toepassen in praktijkopdrachten


Slide 2 - Tekstslide

IMPROVISEREN  doe je zo:



* SPELAANBOD doen (tekst en/of handeling)
* ACCEPTEREN (niet blokkeren)
* INCASSEREN (wat vindt jouw personage hier van?)
* REAGEREN (op wat je tegenspeler zegt, en hoe dat gezegd wordt)

Slide 3 - Tekstslide

Vul nu een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in vanuit een typetje:
"..... wil.... omdat...., maar.... dus...."

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

noem 3 ruimtes waar zich
een scene zou kunnen afspelen

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Geef in 1 goede zin een voorbeeld van een personage (WIE) met een INNERLIJK conflict

Slide 9 - Open vraag

Geef in 1 goede zin een voorbeeld van een ONDERLING conflict in een ruimte (WAAR)

Slide 10 - Open vraag

Geef in 1 goede zin een voorbeeld van een conflict met OBJECT of OMGEVING in een bepaalde tijd (WANNEER)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf in 1 goede zin van bovenstaande scene de 5W's en vul in:
wie-wat-waar-wanneer-waarom

Slide 15 - Open vraag

Beschrijf in 1 goede zin de basis voor een eigen scene met de spelgegevens en vul in:
wie-wat-waar-wanneer-waarom

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf hieronder vanuit jouw 5W's een toneel dialoog
van 4 clausen
tussen 2 personages
met 1 regieaanwijzing

Slide 18 - Open vraag

wanneer vind jij iemand een
GOEDE ACTEUR / ACTRICE?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

HEB JE DE LES DOELEN BEREIKT?
Je begrijpt de basistheorie deel 2 van drama
en je kunt de genoemde begrippen beter toepassen bij praktijkopdrachten.
JA: Ik snap alles en kan het goed toepassen
BEST WEL: Ik weet nu meer dan voor deze les en kan het beter toepassen
EEN BEETJE, maar ik moet het wel blijven herhalen voordat ik het kan toepassen
NEE: Ik snap er weinig van, ik moet dus vragen stellen en zelf aan de slag

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Tekstslide