In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.1: De Griekse wereld (2)
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Herhaling vorige les
Uitleg 2.1: De samenleving van Athene
aan de slag met opdrachten.
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
... Kun je uitleggen uit welke 4 groepen de samenleving van Athene bestond.
... Kun je uitleggen welke groepen de meeste en de minste rechten hadden.
... Ken je de betekenis van de begrippen: kolonies, stadstaat, nijverheid en slaven.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Slide 4 - Tekstslide
het maken van producten
A
nijverheid
B
handel
C
stadstaat
D
kolonie
Slide 5 - Quizvraag
een zelfstandige stad met het landbouwgebied eromheen.
A
kolonie
B
stadstaat
C
oudheid
Slide 6 - Quizvraag
In wat voor soort samenleving leefden de oude Grieken?
A
landbouwsamenleving
B
landbouwstedelijke samenleving
C
samenleving van jager-verzamelaars
D
informatiesamenleving
Slide 7 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de oude Grieken?
Slide 8 - Open vraag
Bij welk begrip past deze afbeelding het best?
A
Oudheid
B
stadstaat
C
kolonie
D
zelfstandig
Slide 9 - Quizvraag
landbouw
ambacht/ nijverheid
Vissen
handel
Slide 10 - Sleepvraag
Vervolg 2.1: De Griekse Wereld
Slide 11 - Tekstslide
De samenleving van Athene
Slide 12 - Tekstslide
De samenleving van Athene:
Vier groepen die verschillende rechten hadden.
Volwassen mannen die in Athene geboren waren: zij hadden de meeste rechten, mochten bijv. grond bezitten.
Vreemdelingen: mensen die van buiten Athene kwamen of waarvan de ouders ergens anders waren geboren, werken in de handel of nijverheid, mogen geen grond bezitten.
Vrouwen: kinderen opvoeden en zorgen voor het huishouden. weinig rechten
Slaven: mensen die het bezit waren van iemand anders, helemaal geen rechten.
Slide 13 - Tekstslide
Vier sociale groepen in Athene
vrije mannen die in de stadstaat Athene waren geboren.
vreemdelingen
vrouwen
slaven
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag:
?Lees de rest van de theorie van paragraaf 2.1 en maak daarna alle opdrachten af.
Klaar? Oefen dan de begrippen via de begrippentrainer van je methode.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.