Talent 3.7 les 3 1TL

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige les
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
onderwerp

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Wat vinden jullie van deze reclamestunt?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:

Wat | vinden | jullie van deze reclamestunt?
PV=vinden

Slide 4 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:

Wat | vinden | jullie van deze reclamestunt?
PV=vinden
WG=vinden

Slide 5 - Open vraag

Wat | vinden | jullie | van deze reclamestunt?
PV=vinden
WG=vinden
O=jullie

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

We hebben jullie gisteren in de stad gezien.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:

We | hebben | jullie gisteren in de stad gezien.
PV=hebben

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:

We | hebben | jullie gisteren in de stad |gezien.|
PV= hebben
WG= hebben gezien

Slide 9 - Open vraag

| We | hebben | jullie gisteren in de stad |gezien.|
PV= hebben
WG= hebben gezien
O= we

Slide 10 - Tekstslide

Doel vandaag:
Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 11 - Tekstslide

Instapopdracht

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
De goochelaar heeft zijn assistente stevig geblinddoekt.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:
De goochelaar |heeft |zijn assistente stevig |geblinddoekt.|

WG= heeft geblinddoekt

Slide 14 - Open vraag

Doel vandaag:
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Lijdend voorwerp

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
|De goochelaar |heeft |zijn assistente stevig |geblinddoekt.|

WG= heeft geblinddoekt
O= de goochelaar

Slide 16 - Open vraag

|De goochelaar |heeft |zijn assistente stevig |geblinddoekt.|

WG= heeft geblinddoekt
O= de goochelaar

Wie/wat + heeft + de goochelaar + geblinddoekt?
LV = zijn assistente

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
Heel relaxed steekt hij een aantal zwaarden door de kist.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:
Heel relaxed |steekt |hij een aantal zwaarden door de kist.

WG= steekt

Slide 19 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:

Heel relaxed |steekt |hij |een aantal zwaarden door de kist.
WG= steekt
O= hij

Slide 20 - Open vraag

Heel relaxed |steekt |hij |een aantal zwaarden | door de kist.
WG= steekt
O= hij

Wie/wat + steekt + hij?
LV = een aantal zwaarden

Slide 21 - Tekstslide

1 Mijn lerares geeft ons onze toetsen terug.

2 Op de toetsblaadjes maakt ze meestal een tekening.

3 De leerling met een goed cijfer geeft ze een bloem of vlinder op het papier.
timer
8:00

Slide 22 - Tekstslide



Maak opdracht:
2, 16, 17, 18, 22, 23 §3.7
Gebruik de leertekst:
*werkwoordelijk gezegde 1
*werkwoordelijk gezegde 2
*onderwerp 2
*lijdend voorwerp


* Maken opdrachten
*Nakijken
*lezen
*nabespreken doel van de les

Slide 23 - Tekstslide

Nabespreken
Doel: Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
Na zijn werk is hij vaak grote toernooien aan het voorbereiden.

Slide 25 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:
Na zijn werk |is| hij vaak grote toernooien |aan het voorbereiden.|
WG= is aan het voorbereiden

Slide 26 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Na zijn werk |is| hij |vaak grote toernooien |aan het voorbereiden.|

WG= is aan het voorbereiden
O = hij

Slide 27 - Open vraag

Na zijn werk |is| hij |vaak | grote toernooien |aan het voorbereiden.|
WG= is aan het voorbereiden
O = hij

Wie/wat + is + hij + aan het voorbereiden?
LV = grote toernooien

Slide 28 - Tekstslide