les 5 wetten en regelgeving

les 5 wetten en regelgeving
Deze periode bestaat uit minder lessen dan normaal. Hierdoor volgende week voorbereiding voor de volgende toets. Alle termen kan je vinden in teams opdrachten vanaf as maandag.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
.MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

les 5 wetten en regelgeving
Deze periode bestaat uit minder lessen dan normaal. Hierdoor volgende week voorbereiding voor de volgende toets. Alle termen kan je vinden in teams opdrachten vanaf as maandag.

Slide 1 - Tekstslide

Deze termen ga ik met jullie langslopen
• De wet BIG
• WGBO
• Mentor
• Bewindvoerder
• Curator

Slide 2 - Tekstslide

Het BIG register
Register waarin een zorgverlener met een artikel 3-beroep zich moet inschrijven. Dit register controleert de kwaliteit van zorg.
Zie ook: Artikel 3-beroep, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
 Deze beroepen hebben een wettelijk beschermde beroepstitel, staan geregistreerd in het BIG-register en vallen onder het tuchtrecht.

Slide 3 - Tekstslide


A
Je overal in de zorg alle behandelingen mag aanbieden
B
Dat je bevoegd bent om bepaalde medische handelingen te verrichten .
C
Je, je niet meer bij te scholen. Je blijft altijd bevoegd.
D
Als iemand zegt dat hij big geregistreerd is dit moet kunnen bewijzen anders is hij strafbaar.

Slide 4 - Quizvraag

WGBO staat voor
A
Wet op gezondheidzorg en behandelingsovereenkomst
B
Wet op gezondheidzorg en behandelingsovereenkomst
C

Slide 5 - Quizvraag

WGBO
  • Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
  • Wet waarin de rechten en plichten van zorgverleners en zorgvragers staan.

Slide 6 - Tekstslide

Mentor
In de zorg hebben verschillende zorgvragers een mentor. Dit is niet hetzelfde als een mentor die voor de klas staat. Met name in de verstandelijk gehandicapten zorg en psychiatrie komt het vaker voor dat mensen spreken over het hebben van een mentor.

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet een mentor?

A
Hij zorgt dat de zorgvrager zijn huiswerk maakt en helpt hem hierbij.
B
Helpt een zorgvrager met zijn financiële zaken.
C
Helpt een zorgvrager met zijn persoonlijke zaken en bij belangrijke beslissingen.

Slide 8 - Quizvraag

Bewindvoerder
Bij mensen met een verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische stoornis komt het ook vaak voor dat zij een bewindvoerder hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Bewindvoerder
A
Regelt de financiële zaken als iemand wilsonbekwaam is.
B
Een bewindvoerder is altijd familie
C
Een bewindvoerder regelt alles rondom de zorg of behandeling van de zorgvrager

Slide 10 - Quizvraag

Bewindvoerder
Persoon die door de rechter is aangesteld om de financiële zaken van een zorgvrager te beheren als deze wilsonbekwaam is. Een bewindvoerder gaat niet over persoonlijke zaken, zoals de verzorging of behandeling van een zorgvrager.

Slide 11 - Tekstslide

Wilsonbekwaam wil zeggen:
A
Je mag geen spullen online kopen zonder toestemming
B
Je mag niet stemmen
C
Je hebt beschikking over je eigen geld je moet alleen een kasboek bijhouden
D
De bewindvoerder bepaalt wat goed voor jou is.

Slide 12 - Quizvraag

Curator
Persoon die door de rechter is aangesteld om de persoonlijke en financiële zaken van een zorgvrager te regelen als deze volledig handelingsonbekwaam is. Dit betekent dat een zorgvrager niet zelfstandig beslissingen kan nemen die grote invloed hebben op zijn leven.

Slide 13 - Tekstslide

Als je een curator hebt dan
A
Ben je volledig wilsonbekwaam en kan je nergens over beslissen.
B
Krijg je hulp bij de zorg en bij het nemen van moeilijke beslissingen
C
Dan neemt je zelfstandig beslissingen alleen bij moeilijke vragen krijg je hulp.
D
Krijg je gratis ondersteuning en is voor iedereen

Slide 14 - Quizvraag

Wie heeft te maken heeft met zorgvragers die een bewindvoerder, mentor of curator hebben? vul je naam in

Slide 15 - Woordweb

Waar gebeurd
Een zorgvrager 19 jaar met meerdere persoonlijkheden woonde bij mij in de zorginstelling. De zorgvrager weet niet wat de persoonlijkheden los elkaar uitspoken. Op een dag besluit een van haar persoonlijkheden al haar spullen in de container te gooien, omdat zij van iemand had gehoord dat zij zich niet moest hechten aan aardse middelen. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke van de eerder genoemde rechterlijke machtigingen zou passen bij deze zorgvrager en waarom?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video