2.1 - Botten H

Hoofdstuk 2 - Bewegen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 - Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 - Bewegen
2.1 - Botten
2.2 - Botten bewegen
2.3 - Spieren
2.4 - Blessures

Slide 2 - Tekstslide

2.1 - Botten
Deel 1

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan vertellen wat een skelet is
Je kent enkele botten uit het menselijk lichaam
Je weet wat ledematen zijn
Je weet wat je wervelkolom is
Je kent de vier functies van het skelet

Je weet uit welke stoffen botten bestaan
Je weet welke twee typen botten er zijn en wat het verschil is
Je kan uitleggen waarom botten van kinderen soepeler zijn dan van bejaarden
Je kan uitleggen hoe de wervelkolom schokken opvangt

Slide 4 - Tekstslide

Wie heeft wel eens een bot gebroken?

Slide 5 - Tekstslide

Het skelet
Schedel
Borstkas
Wervelkolom
Bekken

Slide 6 - Tekstslide

Het skelet

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Functies
Stevigheid
Vorm
Bescherming
Beweging

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk (les 1)
Maken: Opdrachten tot en met 'Waarvoor dient je skelet'

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling les 1
Oefenvragen

Slide 12 - Tekstslide


Wat wordt aangegeven met 3?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 13 - Quizvraag


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 14 - Quizvraag

Welk nummer geeft je sleutelbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 15 - Quizvraag


Hoe heet het
groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het bot bij nummer 5?
A
Sleutelbeen
B
Bovenarm
C
Schouderblad
D
opperarmbeen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen

Slide 18 - Quizvraag

wat is de naam van
nummer 16
A
sleutelbeen
B
halswervel
C
rib
D
borstbeen

Slide 19 - Quizvraag

wat is de naam van
nummer 3
A
onderkaak
B
schedel
C
skelet
D
borstbeen

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de functies van het skelet?
A
Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
B
Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
C
Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
D
Vorm, bescherming, kracht, stevigheid

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn je ledematen?
A
Benen en armen
B
Vingers en tenen
C
Hoofd en Borstkas
D
Borstkas en romp

Slide 22 - Quizvraag

2.1 - Botten
Deel 2

Slide 23 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan vertellen wat een skelet is
Je kent enkele botten uit het menselijk lichaam
Je weet wat ledematen zijn
Je weet wat je wervelkolom is
Je kent de vier functies van het skelet

Je weet uit welke stoffen botten bestaan
Je weet welke twee typen botten er zijn en wat het verschil is
Je kan uitleggen waarom botten van kinderen soepeler zijn dan van bejaarden
Je kan uitleggen hoe de wervelkolom schokken opvangt

Slide 24 - Tekstslide

Waar bestaan botten uit?
Botten
*het skelet bestaat uit been
*been bestaat uit kalk en lijmstof
*kalk zorgt voor stevigheid
*lijmstof zorgt voor buigzaamheid

Slide 25 - Tekstslide

Kraakbeen
Sommige onderdelen bestaan uit kraakbeen:
 - Oorschelp
 - Deel van borstkas

Heel erg buigzaam

Slide 26 - Tekstslide



Pijpbeenderen
Mergholte met geel beenmerg
Koppen met rood beenmerg


Platte beenderen
Rood beenmerg

Type beenderen
Rood beenmerg = aanmaak bloedcellen
Geel beenmerg = opslag vet

Slide 27 - Tekstslide

Verandering
Bij de geboorte bestaan botten in het lichaam vooral uit kraakbeen
Hierdoor zijn baby's erg buigzaam, maar niet heel stevig

Langzaam verandert het kraakbeen in been, hierdoor minder buigzaam, maar wel steviger

Slide 28 - Tekstslide

De wervelkolom
Vangt schokken op
- Kraakbeenschijven
- speciale vorm (dubbele S-vorm)

Slide 29 - Tekstslide

Aan het werk (les 2)
Maken: Heel 2.1 (Alle opdrachten)
Lezen: 2.2

Slide 30 - Tekstslide