Limieten en perforatie
1 / 13
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Gegeven is de functie
Functie f is continu in
Functie f is continu in
f(x)=x−2x+x−6
A
x=2
B
x=−3
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
limx−5x2−25
x→5
Slide 5 - Open vraag
Waneer heeft de grafiek van een functie een perforatie
A
a0
B
0a
C
ba
D
00
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
De eerste stap bij het berekenen van de y coördinaat van de perforatie
Slide 8 - Open vraag
f(x)=x−2x3−2x2
De grafiek van f heeft perforatie in x=2. Bereken de y coördinaat.
Gegeven de
Slide 9 - Open vraag
Wanneer bestaat een functie als x nadert a?
A
De functie bestaat als de linkerlimiet negatief is.
B
De functie bestaat als de linker- en rechterlimiet gelijk zijn aan elkaar.
C
De functie bestaat als de rechterlimiet naar oneindig gaat.
D
De functie bestaat als de linker- en rechterlimiet verschillend zijn.
