A31 Deutsch 21. Juni 2021

Heute - Montag 21. Juni 2021
Zungenbrecher
Chorgesang ist herrlich, im Chaos nicht gefährlich.
Wenn Christian in der Chemie seinen Charme versprüht wie nie,
geh'n Carla, Christa und Corinna zum Chef ins Cellozimmer.


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heute - Montag 21. Juni 2021
Zungenbrecher
Chorgesang ist herrlich, im Chaos nicht gefährlich.
Wenn Christian in der Chemie seinen Charme versprüht wie nie,
geh'n Carla, Christa und Corinna zum Chef ins Cellozimmer.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm
1 Hausaufgabe 17.5 kontrollieren - Seite 37/38 AB

2 Lernstof PWW

3 Hören - Kapitel 16

3 Wiederholung
* Schreiben: E-Mail
* Grammatik: Satzbau, Konjunktionen, Konjunktiv

4 Hausaufgaben




 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe kontrollieren
Aufgaben 17.5 - Seite 37/38 AB


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernstoff PWW
1 Wörter Kapitel 16
2 Grammatik:
* Konjunktiv 
* Zinsopbouw
* Voegwoorden
3 Schreibecke Kapitel 16

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hören - Kapitel 16
Aufgabe 16.3 - Seite 32/33 AB

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E-Mail - Schreibecke
Wie fangen wir an mit einer E-Mail?

Worauf müssen wir achten beim Schreiben einer E-Mail?

Womit enden wir eine E-Mail?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einfache Sätze 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Das Verb steht auf 2. Position 
ich
esse 
Pizza 
wann
isst 
du? 
Am Abend 
esse 
ich 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franz 
hat
einen neuen Ball
Franz 
hat 
ein Buch 
geschrieben 
Im letzten Jahr
wurden
weniger Autos 
verkauft
Das Bild 
könnte
von einen Sammler 
gekauft worden sein.
Satzklammer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schreib den Satz:
den Einbruch-der Hausmeister-haben-beobachten

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schreibe den Satz:
Peter- jetzt- und- seine Frau- in Berlin-wohnen

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schreib den Satz:
von Heidelberg nach Frankfurt-ich-fahre-jeden Montag

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schreib den Satz:
schon drei Jahre-ich-wohne-in Leipzig

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schreib den Satz:
gehe-ins Fitness Studio-zwei Mal pro Woche-ich

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Konjunktionen 
Zusammengesetzte Sätze 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welcher Satz ist korrekt?
A
Ich gehe in die Stadt aber ich möchte einkaufen
B
Ich gehe in die Stadt oder ich möchte einkaufen.
C
Ich gehe in die Stadt weil ich einkaufen möchte.
D
Ich gehe in die Stadt weil ich möchte einkaufen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

denn/deshalb HS+HS
Moritz macht im Winter in den Alpen Urlaub, denn er fährt gern Ski. 
Moritz fährt gern Ski, deshalb macht er im Winter in den Alpen Urlaub. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weil/dass/wann  HS+NS
Moritz macht im Winter in den Alpen Urlaub, weil er  gern Ski fährt.  
Moritz weiss, dass im Winter in den Alpen Schnee liegt. 
Moritz weiss noch nicht, wann er Urlaub hat. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf juist op: Ich bleibe heute zu Hause/ ich erwarten den Monteur.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sei bitte pünktlich/wir können nicht warten
aber
denn
weil
oder

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welcher Satz ist korrekt?
A
Wir essen am Abend Pizza
B
Pizza essen wir am Abend.
C
Essen Pizza wir am Abend?
D
Am Abend Pizza essen wir

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

drie toepassingen
(Konjunktiv)

Slide 22 - Woordweb

Wanneer pas je de conjunctief toe: 
  1. een onwerkelijkheid of een onvervulbare wens
  2. Om beleefd te zijn of een verzoek vriendelijk te fomuleren
  3. om een mogelijkheid uit te drukken
Als stam gebruik je de
A
stam van het werkwoord in de tegenwoordige tijd
B
stam van het werkwoord in de verleden tijd
C
stam van de verleden tijd met een Umlaut
D
stam van de tegenwoordige tijd met een Umlaut

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Annika (zou...zijn)___ dankbar, wenn du das für sie machen(zou)___.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

So was (zou...hebben) ___ ich nie gemacht!

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Es (zou...zijn) ____ besser, wenn sie es einfach akzeptieren (zouden)____.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wenn ihr mehr arbeiten (zouden)___, dann(zouden...hebben) ____ ihr weniger Probleme.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wenn du nicht zum Arzt gehen (zou...moeten) ___, (zouden...können)___in Kino gehen

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik beheers de conjuntief
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
Aufgaben 15.1, 16.1, 17.1, 17.4 bearbeiten

Lernen:
* Grammatik Seite 18 & 19
* Wörter Seite 20 & 21

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies