3.4 Een nieuw geloof

3.4 Een nieuw geloof 
.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 Een nieuw geloof 
.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan ik:

Uitleggen  hoe het Christendom ontstaat
Uitleggen hoe het Christendom een wereldgodsdienst werd

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het Christendom?

Slide 3 - Woordweb

In het Romeinse Rijk woonde een man met de naam Jezus. 

Hij vertelde de mensen over God. 

Vooral arme mensen geloofden dat Jezus de verlosser was. Ze noemden zich christenen.

Slide 4 - Tekstslide

Jezus werd geboren in Palestina. Hier leefden vooral joden. Maar de Romeinen waren er de baas. De joden geloofden in één god. Zij geloofden dat er een verlosser zou komen om hen te bevrijden van al het kwade, dus misschien ook van de Romeinen. 

Jezus moest niets hebben van rijkdom en luxe. Hij hielp vooral arme en zieke mensen. Jezus kreeg veel aanhangers. De Romeinen vonden hem daarom gevaarlijk. Ze namen hem in de hoofdstad Jeruzalem gevangen en hingen hem op aan een kruis. 

Volgelingen van Jezus heten christenen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Het Christendom
Binnen het Romeinse Rijk heerste vrede en de wegen waren goed. Daardoor konden mensen gemakkelijk rondreizen. Hierdoor raakte het christendom snel overal bekend.

Vooral arme mensen, vrouwen en slaven voelden zich aangetrokken tot het christendom. Dat kwam doordat Jezus had gezegd dat voor God iedereen gelijk is. Voor ieder goed mens was er een plaats in de hemel. Ook om die reden groeide het christendom. Maar christen zijn, was vaak heel gevaarlijk.

Slide 7 - Tekstslide

Rooms-Katholiek(e kerk)
- Missionarissen verspreidden geloof, muziek, verhalen, boeken.
- Op een domein (denk aan het hofstelsel) waren er ook geestelijken, bijvoorbeeld de priester.
- Geestelijken waren belangrijk. Zij konden bijna als enigen lezen en schrijven.
- Wetten en kennis werden door geestelijken opgeschreven, dus ze hadden veel macht.
Leven van een monnik
Video: leven van een monnik.
Het leven van een monnik bestond uit 'ora et lebora', bid en werk. 
Werk bestond vaak uit het overschrijven van Bijbelse verhalen en liederen, maar ook schreven ze teksten uit de Oudheid over.

Slide 8 - Tekstslide

Kerkorganisatie: hiërarchie
Paus
Bisschoppen
Priesters
Monniken
Missionarissen
Werd gezien als God op aarde. Woont in het Vaticaan.
Besturen voor de Paus een bisdom (kerkelijk gebied).
Verspreiden het geloof.
Zonderen zich af om te werken en bidden.
Leiden de kerkdienst.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Voor volgende week maandag.

Maken: 3.3 verspreiding van het christendom.
Tip: maak alvast een samenvatting of mindmap bij 3.3.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leerdoelen controleren

  1. Waarom maken missionarissen, koningen eerst christen?
  2.  Waarom gingen meer mensen zich bekeren tot het christendom bij het maken van een mix met de natuurgodsdienst?
  3. Noem minimaal 3 figuren uit de katholieke kerkorganisatie.

Slide 12 - Tekstslide