Visie op zorg 1

VISIE OP ZORG 
Deel 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

VISIE OP ZORG 
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie mij vertellen wat:
  • Wat een visie op verzorgen is en jou eigen visie verwoorden.
  •  Uitleggen en herkennen wat een holistische visie is.
  • De begrippen belevingsgericht werken, vraaggericht  en vraaggestuurde zorg uitleggen.
  • De begrippen zelfzorg, professionele zorg en mantelzorg uitleggen en herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekend visie?

Slide 3 - Open vraag

Waarom is het belangrijk een eigen visie te hebben?

  • Keuzes maken
  • Verwachtingen 
  • Normen en waarden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sluit de visie aan bij wat jullie hebben gezien?

Ieder mens is van betekenis, iedereen doet ertoe, en iedereen doet naar vermogen mee. Talenten worden ingezet, we leren van elkaar. In een omgeving waarin iedereen de ruimte heeft zichzelf te zijn, geven cliënten, hun verwanten en de collega’s dat samen vorm. Op deze wijze willen we van betekenis zijn voor de cliënten, verwanten en de maatschappij om ons heen. Dat is waar ons werk om draait!

Slide 6 - Tekstslide

Holistische visie
  • Lichamelijk
  • Geestelijk 
  • Sociaal

Slide 7 - Tekstslide

Emancipatorische visie
  • Zorgvrager staat centraal
  • De zorgvrager is een uniek persoon en geeft zelf richting aan in zijn leven en in de zorg die hij/zij nodig heeft.
  • Zelf verantwoordelijk voor de zorg die hij / zij krijgt en de zorg die hij daarbij zelf kan leveren (zelfzorg).
  • Zorgvrager en zorgverlener nemen een gelijkwaardige positie in
  • Geeft zelf richting aan zijn leven (geëmancipeerd)
  • Eigen verantwoordelijkheid voor het onderhouden van het eigen leven (zelfzorg)
  • Beroepszorg is een aanvulling

Slide 8 - Tekstslide

Bij welke zorgvisie hoort deze casus?

Slide 9 - Tekstslide

Bij welke zorgvisie hoort casus rood en waarom?

Slide 10 - Open vraag

Bij welke zorgvisie hoort deze casus?

Slide 11 - Tekstslide

Bij welke zorgvisie hoort casus groen en waarom?

Slide 12 - Open vraag

Visies van instellingen
  • Zoek een instelling op die je kent.
  • Wat is de visie van die instelling?
  • Welke soort visie is dit? 

Slide 13 - Tekstslide

professionele zorg
  • Specifieke deskundigheid, opleiding
  • Vastgelegde bevoegdheden
  • Salaris
  • Er wordt geen zorg terug verlangd
  • Er is een functionele samenwerkingsrelatie met de zorgvrager

Slide 14 - Tekstslide

Zelfzorg
  • Zorgen voor jezelf, je omgeving en anderen
  • Een voorwaarde om een gezond en een zinvol leven te hebben
  • Begint bij het maken van keuzes
  • Activiteiten zijn doelgericht en passend bij de levensfase
  • Je hebt niemand nodig om je te helpen bij basisbehoeften

Slide 15 - Tekstslide

Mantelzorg
  • Hulp door anderen, bijv. familie, vrienden kennissen, niet eenmalig of incidenteel
  • Er is een relatie waarin betrokkenheid een grote rol speelt
  • Er is onderlinge zorg voor elkaar
  • Beslissingsbevoegdheid van de ontvanger is groot
  • Een waardevolle bijdrage aan een zelfstandig bestaan
  • Er staat in principe geen vergoeding tegenover.

Slide 16 - Tekstslide

Meneer Janú heeft diabetes en woont geheel zelfstandig thuis. Nadat de dokter heeft geconstateerd dat hij een geïnfecteerde ingegroeide teennagel heeft – ten gevolge van slechte persoonlijke hygiëne – wordt zijn zoon ingeschakeld om hem hierin te begeleiden. Drie keer per week komt hij langs om zijn vader te helpen en om de wond te verzorgen. Na 3 weken is de wond genezen. Meneer Janú is heel dankbaar voor deze hulp.

A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 17 - Quizvraag

Mijn buurman, meneer Pol, heeft het niet zo gemakkelijk sinds zijn vrouw gestorven is. Hij loopt er een beetje verloren bij en weet niet meer van aanpakken. Daarom doen wij geregeld boodschappen voor hem en houden we hem vaak gezelschap. Ook zijn familie steekt een handje toe in het huishouden”. Annie Geduld, 58 jaar.

A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 18 - Quizvraag

Mevrouw Baarle kan na een hersenbloeding niet meer spreken en nauwelijks meer bewegen. De verzorgenden stellen haar steeds gerust als ze haar verzorgen, ze aaien over haar arm of wang, spreken op een geruststellende toon en kijken haar altijd aan. Op die manier wordt wassen, omkleden en eten een prettige bezigheid voor mevrouw Baarle die het allemaal zelf niet meer kan. Meestal ligt mevr. Baarle in bed, maar de verzorgenden tillen haar elke dag in haar rolstoel, zodat ze bij de anderen kan zitten. Zo vereenzaamt ze minder en hoort ze erbij.
A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 19 - Quizvraag

Julia Vermeer is na de laatste avond van carnaval, van haar fiets gevallen. Ze heeft een flinke blauwe plek op haar been en ze merkt dat ze naast een gigantische kater, ook een zere keel heeft. Ze blijft de daaropvolgende 3 dagen in bed liggen, eet veel fruit en drinkt veel thee met honing. Enkele tabletten paracetamol helpen tegen de pijn van de blauwe plek. Op vrijdagochtend staat ze weer op en zit ze weer lekker in haar vel. Ze neemt zich voor om de volgende keer iets minder te drinken.

A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 20 - Quizvraag

Vraaggerichte zorg
De vraag van de zorgvrager staat centraal en wordt afgestemd aan de behoeften. Er is aandacht voor de probleemoplossing, die moet passen bij de professionele zorg

Slide 21 - Tekstslide

Vraaggestuurde zorg
  • De zorgvrager geeft aan, en bepaalt hoe en wanneer hij gebruik maakt van het zorgaanbod bijv. bij een PGB
  • De zorgvrager heeft alle macht in handen om de inhoud van de zorg te bepalen

Slide 22 - Tekstslide

Belevingsgerichte zorg
  • Hierbij bepalen de zorgvrager en de zorgverlener samen de inhoud van de zorg.
  • De beleving van de zorgvrager wordt meegenomen in het plan van aanpak.
  • Gelijkwaardigheid.

Slide 23 - Tekstslide

Aanbodgerichte zorg
  • De zorgvrager maakt gebruik van de zorg die een instelling te bieden heeft.
  • Zorg die zó is ingericht dat professionele zorgverleners en zorginstellingen bepalen welke zorg daadwerkelijk wordt verleend


Slide 24 - Tekstslide

Opdracht (zie link in teams)
  • Bij welke visie sluit jij je het liefste aan? Waarom heeft dit jouw voorkeur?
  • Wat is het grootste verschil tussen emancipatorische en holistische mensvisie?
  • Welke drie soorten zorg kun je onderscheiden en welke personen spelen bij iedere soort een grote rol?
  • Ben je verplicht om volgens de visie van je instelling te werken?
  • Geef met een voorbeeld aan hoe vraaggestuurde zorg werkt.
  • Formuleer uitgebreid jouw eigen visie op zorg. 

Slide 25 - Tekstslide

Tot de volgende keer! :)

Slide 26 - Tekstslide