e/i Wechsel en a/ä Wechsel.

e/i Wechsel en a/ä Wechsel.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 31 min

Onderdelen in deze les

e/i Wechsel en a/ä Wechsel.

Slide 1 - Tekstslide

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
mach
mach
mach
mach
mach
mach
Hoe zat het ook alweer?
timer
0:30
e
st
t
en
en
t

Slide 2 - Sleepvraag

e/i Wechsel en a/ä Wechsel vindt plaats:
A
bij sterke èn zwakke werkwoorden
B
bij sterke werkwoorden met een e of a in de stam
C
in de tegenwoordige tijd en in de voltooide tijd
D
in de tegenwoordige tijd

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden vindt e/i-Wechsel en a/ä-Wechsel plaats?
A
ich + du
B
er/sie/es + ihr
C
du + er/sie/es
D
ihr + du

Slide 4 - Quizvraag

E/I-Wechsel

Slide 5 - Tekstslide

du ( lesen )

Slide 6 - Open vraag

er ( sprechen )

Slide 7 - Open vraag

ihr ( sprechen )

Slide 8 - Open vraag

Du ( geben )

Slide 9 - Open vraag

Ich ( treffen )

Slide 10 - Open vraag

sie ( nehmen )

Slide 11 - Open vraag

wir ( nehmen )

Slide 12 - Open vraag

A/ä- Wechsel

Slide 13 - Tekstslide

er ( fahren )

Slide 14 - Open vraag

Ich fahre heute nicht weg. Vielleicht __fahren_____ du weg?
timer
0:15

Slide 15 - Open vraag

Ich lasse das Kind nicht allein? ____lassen______ du es allein?
timer
0:15

Slide 16 - Open vraag

Ich trage deine Tasche. Was ____tragen_______ ihr ?
timer
0:15

Slide 17 - Open vraag

Ich schlafe gerne im Morgen. Wann __schlafen_____ du gern?
timer
0:15

Slide 18 - Open vraag

Du __________ (lassen) nicht doch nicht alles tun?
timer
0:15

Slide 19 - Open vraag

Sie__________ (anfangen) immer ganz früh __an___.
timer
0:15

Slide 20 - Open vraag

Peter ________ (waschen) sich 20 Sekunden die Hände.
timer
0:15

Slide 21 - Open vraag

Der Schiedsrichter (laufen) __________ schnell weg.
timer
0:15

Slide 22 - Open vraag

Ich finde, dass Petra schlecht
(wachsen =groeien) __________ .
timer
0:15

Slide 23 - Open vraag

Wat klopt niet? Wann schlafst du?
timer
0:15

Slide 24 - Open vraag

Wat klopt niet? Ich lasst mein Fahrrad zu Hause.
timer
0:15

Slide 25 - Open vraag

Wat klopt niet? Fahrst er zu schnell?
timer
0:15

Slide 26 - Open vraag

Wat klopt niet? ich läufe im Winter Ski.
timer
0:15

Slide 27 - Open vraag