Herhaling H1 Australië

Herhaling Hoofdstuk 1 
Volgende week proefwerk over: 
Australië - paragraaf 1 t/m 3
de begrippen van paragraaf 1 t/m 3

De uitleg staat in Magister bij de les van volgende week
Heb je vragen? 
Loop even langs bij BUI op maandag/woensdag/vrijdag
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Hoofdstuk 1 
Volgende week proefwerk over: 
Australië - paragraaf 1 t/m 3
de begrippen van paragraaf 1 t/m 3

De uitleg staat in Magister bij de les van volgende week
Heb je vragen? 
Loop even langs bij BUI op maandag/woensdag/vrijdag

Slide 1 - Tekstslide

Een aantal quizvragen ter herhaling


De winnaar mag kiezen welke blooket we gaan spelen

Slide 2 - Tekstslide

De relatieve afstand is
A
de berekende afstand
B
de hoeveelheid tijd, geld en moeite die het kost om van A naar B te gaan
C
de afstand hemelsbreed
D
zoals de vogel vliegt

Slide 3 - Quizvraag

Uitzoomen = Het vergroten van een gebied: van een klein gebied naar een groter gebied.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Van een groot gebied naar een klein gebied kijken
A
Inzoomen
B
Uitzoomen
C
tijdzone
D
schaal

Slide 5 - Quizvraag

Hiernaast zie je een afbeelding. Is dit een natuurlijk landschap of een ingerichtlandschap?
A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap.

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een natuurlijk element?
A
huis
B
brug
C
rivier
D
weg

Slide 8 - Quizvraag

Overzichtskaart 
Geeft een overzicht van een bepaald gebied. 

Laat de ligging de van een bepaald gebied, land, steden of wateren zien, maar bijvoorbeeld ook de hoogteligging, soort bodem 

Slide 9 - Tekstslide

Thematische kaart 
Deze kaarten laten een bepaald thema zien. 

Bijvoorbeeld: taal, geloof, arbeid, geld 

voorbeeld blz. 13 Alcarta

Slide 10 - Tekstslide

Overzichtskaart
Thematische kaart
####

Slide 11 - Tekstslide

Een thematische kaart is een
A
kaart die de werkelijkheid heel precies weergeeft
B
kaart waarop je de route makkelijk kunt vinden
C
kaart waarop alle themaparken staan afgebeeld
D
kaart over een specifiek onderwerp

Slide 12 - Quizvraag


Dit is een thematische kaart.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag



Dit is een thematische kaart
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal mensen dat bij elkaar in de straat woont
B
Het aantal mensen dat op een vierkante kilometer woont
C
Het aantal mensen dat verhuist naar het platteland

Slide 15 - Quizvraag

Bevolkingsdichtheid
= gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer 

Dunbevolkt = weinig inwoners
Dicht bevolkt = veel inwoners

Slide 16 - Tekstslide

Dichtbevolkt
A
Er wonen veel mensen per km²
B
Er wonen weinig mensen per km²

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent dunbevolkt?


A
Er wonen weinig mensen per vierkante kilometer.
B
Er wonen veel mensen per vierkante meter.
C
Er wonen weinig mensen per vierkante meter.
D
Er wonen veel mensen per vierkante kilometer.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zou een goede titel zijn voor deze kaart?

Slide 19 - Open vraag

Welke is een schaalstok?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een legenda?
A
de betekenis van symbolen en kleuren op een kaart
B
Dan kun je zien hoeveel een gebied op de kaart is verkleind
C
Het is een verkleinde tekening van een gebied
D
Het is de beschrijving van een gebied

Slide 21 - Quizvraag

Welk ding in de atlas bestaat uit kleuren en/of symbolen?
A
legenda
B
titel
C
de schaal
D
noordpijl

Slide 22 - Quizvraag

Waar in de atlas vind je de algemene inhoud?
A
voorin de atlas
B
achterin de atlas

Slide 23 - Quizvraag

Waar in de atlas vind je alle registers?
A
voorin de atlas
B
achterin de atlas

Slide 24 - Quizvraag

Waar in de atlas vind je de bladwijzers?
A
voorin de atlas
B
achterin de atlas

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag
Tekstboek en werkboek: blz. 12 + 13 
Verplichte opdrachten: 1 - 2 - 4 - 5 - 6 - 7 
Extra (havo) opdrachten: 3 - 8 - 9 

Hoe: voor jezelf, eventueel overleggen op fluisterniveau
Hulp: Atlas en vinger opsteken
Klaar met alle opdrachten: Ga leren voor het proefwerk

Slide 26 - Tekstslide